De afsluiting van een deel van het Kralingse Bos gedurende EK dressuur (met op en afbouw zes weken) is een terechte beslissing geweest. Dat zegt mobiliteitswethouder Judith Bokhove, waarmee ze zich distantieert van eerdere kritiek van Leefbaar-raadslid Robert Simons, die de verkeersellende ‘’een bron van ergernis’’ vond.
Op weg naar de EK-dressuur had raadslid Simons de zaak eens grondig bestudeerd en zag dat de populaire omgeving in de zomervakantie volkomen afgegrendeld zou zijn. Dat bracht hem bovendien naar de vrees van een verkeersinfarct. Te meer omdat op hetzelfde moment gewerkt werd aan de tramlus bij de Burgemeester Oudlaan. Met als kerst op de taart dat er in die periode vanwege werkzaamheden een maand lang geen Metro reed tussen de Kralingse Zoom en de Capelsebrug.
Al die voorspellingen en verwijten worden nu in het antwoord van de wethouder aan Simons met het waswater weggespoeld en gebagatelliseerd tot een geringe oponthoud van 1 tot 5 minuten. Alleen aan de Kortekade was het iets langer. En voor de Metro had de RET vervangend vervoer ingezet. Met andere woorden: niets aan de hand.
Dat Rotterdam een hippisch evenement van deze allure heeft kunnen organiseren, ‘’bekrachtigt de status die wij hebben als topsportstad. Het evenement is daarnaast ingezet voor tal van maatschappelijke side-events’’, schrijft Bokhove. ‘’Met een goed aangeduide omleidingsroute is het afstaan van een deel van het park voor zo’n evenement acceptabel. Juist omdat altijd nog gebruik kan worden gemaakt van het oostelijk deel van het Kralingse Bos’’, waarna ze in haar antwoord ook nog opmerkte dat er voor fietsers en voetgangers een omleidingsroute was gecreëerd. Nee, niet voor auto’s. Wie slecht ter been is in Rotterdam had zes weken pech.
‘’De lijn van de wethouder is dat ze alleen uitvoert wat haar ambtenaren vertellen. Dat vervolgens mensen onnodig in de file staan, door slechte planning van werkzaamheden heeft ze lak aan. Dan ga je toch op de fiets, want dat doe ik zelf ook, denkt en zegt ze. Momenteel staan we in Nesselande elke ochtend in de file om de wijk uit te komen’’, reageert Simons op de beantwoording van de vragen. ‘’Mensen zitten in hun auto om naar hun werk te gaan, hun kinderen op te halen of hun boodschappen te doen. Daar zou wat meer begrip voor zijn van de wethouder en er kan ook wel wat meer rekening mee worden gehouden met de gewone Rotterdammers en dan met name in de buitenwijken!’’