In gemeentelijke publiekslocaties en panden zijn geen vrouwen met de combinatie hoofddoek en mondkapje geweigerd. Ook de veronderstelling dat Rotterdamse moslima’s met een hoofddoek en mondkapje van gemeentelijke dienstverlening worden uitgesloten, ‘’wordt niet herkend’’, heeft burgemeester Aboutaleb laten weten aan de fractie van Nida, die steeds meer signalen van Rotterdamse moslima’s met een hoofddoek en mondkapje zei te hebben ontvangen die onheus worden bejegend, nare ervaringen moeten doorstaan of van dienstverlening worden uitgesloten in publieke ruimtes.

Raadslid Büyükçifçi staafde die ervaringen aan berichten van het landelijk Meldpunt Islamofobie over meldingen van incidenten bij gemeentelijke loketten. ‘’Ook op straat en in het ov wordt deze groep steeds vaker aangesproken of zelfs geweigerd’’, voegde hij toe aan zijn ergernis.

Omdat bij het dragen van mondkapjes de identificatieplicht gewoon blijft gelden, ‘’wordt er dus altijd aan de balie gevraagd tijdelijk de mondbescherming af te doen om zich te identificeren. Daarna mag deze weer op’’, beschrijft Aboutaleb het protocol. ‘’Maar dit heeft niet tot vervelende situaties of weigering geleid.’’

Volgens de Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding geldt er een verbod op het dragen van een niqab in gebouwen van onder meer overheidsinstellingen. ‘’In de afgelopen periode is het tweemaal voorgekomen dat vrouwen met niqab verzocht werden om deze af te doen, waaraan vervolgens gehoor is gegeven’’, aldus de burgemeester, die ook navraag liet doen bij zowel de RET als de busonderneming EBS. ‘’En ook daar bleek dat er geen gevallen bekend zijn van reizigers die geweigerd zijn omdat zij gezichtsbedekkende kleding droegen. Gezien bovenstaande is nader onderzoek dus overbodig.’’