Burgemeester Aboutaleb ziet in een groepsgerichte aanpak in relatie tot de gebeurtenissen in Grand Hotel Central aan de Kruiskade – waar in coronatijd kamers waren afgehuurd en er in verboden groepsverband drugs en lachgas werd gebruikt – geen gewenst interventiemiddel.
Raadslid Tanya Hoogwerf van Leefbaar Rotterdam had hierom gevraagd, omdat een groep van 24 voornamelijk Antilliaanse en Marokkaanse jongeren – schreef ze in een brief aan Aboutaleb - zich in Grand Hotel Central schandelijk had misdragen.
‘’Zo werd op massale schaal gezopen, lachgas gebruikt en coke gesnoven en werden er brandjes gesticht in het trappenhuis. Ook zat volgens mediaberichten een groot aantal jongeren strijdig met alle Coronamaatregels bij elkaar op de kamer - volgens getuigen een eufemistische omschrijving van een regelrechte orgie’’, aldus Hoogwerf, die eindigde met: ‘’Wat zegt het gegeven dat het hierbij opvallend vaak gaat om Antilliaanse en Marokkaanse jongeren en over de seksuele moraal die binnen deze groepen jongeren heerst?’’
Op haar toegevoegde vraag of de burgemeester de mening deelt van Leefbaar Rotterdam dat deze gebeurtenis vraagt om een stevige groepsgerichte aanpak en dat dergelijke uitspattingen zeker in deze tijd ''niet alleen krankzinnig en verwerpelijk maar ook potentieel levensgevaarlijk zijn en snoeihard aangepakt moeten worden'', antwoordt Aboutaleb dat de politie niet registreert op etniciteit.
‘’Er kan zodoende’’, zegt hij, ‘’niet worden geconcludeerd dat er bij dit soort feiten vaak sprake is van betrokkenheid van Antilliaanse en Marokkaanse jongeren. Een groepsgerichte aanpak is een passend middel als er strafbare feiten in vereniging worden gepleegd door een groep waarvan, in ieder geval de kernleden, steeds dezelfde personen zijn. Tot nu toe lijkt het niet te gaan om dezelfde personen.’’