Dieren worden gebruikt in de hulpverlening aan mensen. Daar is Partij voor de Dieren in Rotterdam niet op tegen en de Raad voor Dieraangelegenheden evenmin, maar fractievoorzitter Ruud van der Velden van de PvD wil wel dat die zogenoemde ‘dierondersteunende interventies’ bekend zijn, getoetst en wel of niet vooraf in orde worden bevonden.

Onder dierondersteunende interventies worden onder meer verstaan blindengeleidehonden voor mensen met een visuele beperking, zorgboerderijen of paarden die worden gebruikt tijdens de dagbesteding voor gehandicapten.

De Raad voor Dieraangelegenheden merkt op dat er nog veel onduidelijk is over de omvang van deze hulpverlening. Het ontbreekt daarbij aan regels over het borgen van dierenwelzijn. ‘’Daarnaast’’, schrijft Van der Velden aan het stadsbestuur van Rotterdam, ‘’kan vooralsnog wetenschappelijk niet worden aangetoond dat het gebruik van dieren in hulpverlening per definitie meerwaarde heeft voor de doelgroep.’’

De Partij voor de Dieren wil het zekere voor het onzekere en voor altijd uitgezocht hebben waar het welzijn van dieren tijdens dierondersteunende interventies in het gedrang komt en waar niet. Van der Velden noemt in dat kader het voorbeeld van de vorig jaar aangenomen motie ‘Groene dagbesteding voor mensen met dementie’. In die motie wordt het gebruik van dieren ook onder groene dagbesteding geschaard. Is dat juist? Of niet? Het gaat de PvdD niet om veroordeling, maar wel om duidelijkheid.