Gaat Ahmed Aboutaleb als burgemeester van Rotterdam nu wel of niet handhaven als er samenscholingen zijn van rondom 100 mensen? Bij bruiloften wel, zei hij donderdag, en toen wees hij al op de cultuurverschillen in deze stad bij het feest van het huwelijk.

Maar hoe snel heeft hij kunnen anticiperen bij het vrijdagmiddaggebed van de Rotterdamse moslimgemeenschap? Dat is vooralsnog onduidelijk.

Maar als Aboutaleb geluisterd heeft naar de radioreportage op Radio 1 zal het hem niet zijn ontgaan dat de bezoekers van één van de grootste moskeeën in de hoofdstad geen enkele rekening hebben gehouden met de verzoeken en waarschuwingen van de regering in Den Haag over de getalsterkte van de samenkomsten. De geïnterviewde moskeebezoekers lieten vrijwel allemaal weten dat ''niet minister-president Rutte bepaald hoeveel mensen er in een gebedshuis aanwezig zijn, maar Allah.''

De toon van de antwoorden tijdens de interviews was vijandig. Zo van: waar bemoeien jullie je mee? Toen een verslaggever vroeg wie met jullie werd bedoeld, antwoordde een van de moskeegangers: die uit Den Haag.  

Hier ligt dus een enorm probleem voor Aboutaleb, want het ligt niet voor de hand dat zijn geloofsgenoten in Rotterdam qua mening zoveel anders zullen denken als de moslims in Amsterdam.

Noord-Brabant heeft sinds enkele uren paal en perk gesteld aan activiteiten van méér dan honderd personen. Het is strafbaar geworden en geregeld in een zogeheten noodverordening, die werd aangekondigd door de voorzitters van de drie veiligheidsregio's in de provincie.

De maatregel is een aanvulling op het donderdag genomen kabinetsbesluit om evenementen en bijeenkomsten met meer dan honderd personen te verbieden. De veiligheidsregio's zeggen te zien dat veel organisatoren en bezoekers hieraan gehoor geven en bijeenkomsten verzetten of afgelasten.