Ocker van Munster, voorzitter van het Directeurenoverleg Rotterdamse Kunstinstellingen, is van mening dat in de Rotterdamse culturele sector een hongerloon in zo’n tachtig instellingen dagelijkse praktijk is. En onderzoeksbureau Rebel komt tot de conclusie dat de helft van de tachtig culturele instellingen de zzp-medewerkers niet fatsoenlijk kan betalen.

Om ‘de achterstand in beloning niet verder op te laten lopen’ is een extra bedrag nodig van 8,25 miljoen euro per jaar’’, citeert raadslid Enes Yiğit de woorden van Van Munster. ‘’Veel mensen blijven werken uit hart voor de zaak, uit solidariteit met anderen. Maar op een gegeven moment is de rek eruit. Dit kan zo niet langer doorgaan. Mensen zijn bekaf, dit leidt tot burn-outs.’’

Yiğit heeft naar aanleiding van die uitspraken en het onderzoek aan cultuurwethouder Said Kasmi gevraagd of hij bereid is om de achterstand in beloning niet verder op te laten lopen en het genoemde bedrag van 8,25 miljoen euro per jaar beschikbaar te stellen voor de culturele sector in Rotterdam.

“Jonge mensen kiezen voor ander werk of vertrekken naar Amsterdam en Utrecht, waar de budgetten wel zijn verhoogd”, zegt Van Munster. En dus vraagt het Denk-raadslid óók welke gevolgen het vertrek van jonge mensen naar andere steden zal hebben op de culturele sector in Rotterdam?

Volgens Van Munster zit de pijn vooral bij de kleine en middelgrote instellingen. Hij stelt dat bij de kleine instellingen vaak niemand vast in dienst is. Dat betekent dat het budget eerlijker verdeeld moet worden tussen de kleine, middelgrote en grote culturele instellingen in Rotterdam, maar hoe groot is de kans dat dit ook gaat gebeuren?