''Het beleid van de Rotterdamse politie is gericht op een zo groot mogelijke aangiftebereidheid in alle gevallen van een strafbaar feit, niet alleen bij mishandelingen’’, laat burgemeester Aboutaleb weten. ‘’In de communicatie van de politie worden slachtoffers altijd bewogen tot het doen van aangifte. Maar er wordt geen aparte registratie bijgehouden van mishandelingen die gefilmd zijn en via social media worden verspreid.’’
Aboutaleb antwoordt hiermee raadslid Eerdmans van Leefbaar Rotterdam, die naar aanleiding van de mishandeling van een meisje in het Zuiderpark op 9 mei van dit jaar sprak in termen van ‘weerzinwekkend roedelgedrag’ en een update van de afhandeling had gevraagd.
Het blijkt nu dat er slechts één dader was. En geen tweede, zoals men aanvankelijk dacht. De zaak is in handen van het Openbaar Ministerie.
Op de vraag van Eerdmans of er bij benadering kan worden aangegeven hoeveel van dit soort gefilmde mishandelingen de politie op jaarbasis onderzoekt, verwijst Aboutaleb naar de rol van Het Stedelijk Team Jongerenwerk (STJ) in Rotterdam. Het STJ, dat specifieke aandacht heeft voor jongeren die zijn uitgevallen of dreigen uit de vallen van school of werk en hen begeleiden naar een zinvolle dagbesteding, gebruiken ook platformen als Facebook, Instagram en Snapchat om alle werkzaamheden te kunnen verrichten die zij ook offline (op straat) doen.
Als ze in het online jongerenwerk stuiten op ongepaste content – bijvoorbeeld video’s waarin geweld wordt vertoond en ook wanneer er verdenking is van strafbare feiten – wordt dit gemeld bij de politie. Het Stedelijk Team Jongerenwerk maakt vooral gebruik van een directe ingang bij platformen zoals Instagram en Facebook en treedt actief in contact met deze platformen wanneer er sprake is van ongepaste content met het verzoek die te verwijderen.