Leerlingen op Rotterdam-Zuid lopen hun achterstand steeds meer in. Het verschil tussen de resultaten van de centrale eindtoets in Rotterdam Zuid en van leerlingen in de vier grote steden is kleiner geworden.
Dit blijkt uit de vierde ‘Basismonitor Onderwijs Nationaal Programma Rotterdam Zuid 2018’ die in opdracht van de onderwijspartners in het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid (NPRZ) is gemaakt. De Basismonitor laat de ontwikkelingen zien vanaf 2010.
Op Zuid is de score van de Centrale Eindtoets vanaf 2010 gestegen van 529.4 naar 532.5 punt, een stijging van 3.1 punt. In de andere grote steden was de stijging in dezelfde periode 0,5 punt. Het afgelopen schooljaar is 1.1 punt bijgedragen aan de stijging op Zuid. Dat betekent dat de gemiddelde eindtoetsscore van leerlingen op Zuid nu vier jaar achter elkaar stijgt. De achterstand die leerlingen op Zuid hebben op leerlingen in de andere grote steden bedraagt nu nog 1.9 punt.
Meer zorg en techniek
Op Zuid is het percentage studenten dat een opleiding volgt in de zorg of techniek flink gestegen. Voor deze opleidingen geeft het NPRZ in samenwerking met werkgevers de zogenoemde AanDeBak-garantie af. Dit houdt in dat studenten al bij de start van hun opleiding een werkgarantie op zak hebben. Het percentage studenten van Zuid dat een mbo-opleiding techniek volgt is vanaf 2011 gestegen van 24.5 naar 31.5 procent, een toename van 7 procent. In de andere grote steden bedroeg dit over dezelfde periode 2.6 procent.
Bij de mbo-opleidingen zorg was er een stijging vanaf 2011 van 8.1 naar 12.9 procent, een toename van 4.8 procent. Ter vergelijking: in de andere grote steden was dit 3.6 procent.
'Aandacht blijft hard nodig'
Het doorzetten van de stijgende lijn geeft vertrouwen dat investeringen van de onderwijspartners op Zuid, resultaat opleveren. Maar dit succes is broos. Aandacht blijft hard nodig, zo stelt NPRZ. Zo zakken leerlingen van Zuid vaker af qua niveau in het voortgezet onderwijs ten opzichte van het eindadvies van de basisschool (de zogenoemde ‘’afstroom’’) dan leerlingen in de rest van de vier grote steden (23,6% focuswijken vs 14.0% gemiddeld in de G4). Daarom wordt in het NPRZ Uitvoeringsprogramma 2019-2022 ingezet op het indammen van deze afstroom. De te nemen maatregelen worden bepaald in samenspraak met de schoolbesturen.
Ook het op orde brengen van de thuissituatie van leerlingen op Zuid krijgt mee aandacht de komende jaren. Onderwijsresultaten van kinderen hangen voor een belangrijk deel af van deze situatie thuis. Meer gezinnen op Zuid krijgen daarom de komende jaren hulp bij problemen als bijvoorbeeld taalachterstand en schulden.