Het stedelijke expertisecentrum IDEM gaat in opdracht van de gemeente Rotterdam het belevingsonderzoek naar antisemitisme verbreden naar moslimdiscriminatie. De recente uitkomst van het rapport ‘Meld Islamofobie’ heeft dat besluit versneld. In dat rapport staat dat 39% van de respondenten in de afgelopen vijf jaar islamofobe incidenten heeft meegemaakt en dat 47% zich zorgen maakt over hun toekomst in Nederland.

Wel wijst burgemeester Aboutaleb erop dat hij de hoge percentages lastig vindt om op waarde te schatten. Het ging bij ‘Meld Islamofobie’ om een online vragenlijst, waar mogelijk vooral mensen op hebben gereageerd omdat ze nu juist een ervaring van moslimdiscriminatie hebben. Onduidelijk wordt daardoor of in welke mate de uitkomsten representatief zijn.

Op de vraag van de Turkse moslimpartij Denk welke concrete maatregelen het stadsbestuur van Rotterdam genomen heeft om specifiek islamofobie en moslimhaat in de stad tegen te gaan, antwoordt Aboutaleb: ‘’We zetten in op acceptatie van alle vormen van diversiteit en bestrijding van alle vormen van discriminatie en veiligheid van alle Rotterdammers. Hoe meer mensen met elkaar in contact komen en dialoog voeren, hoe minder aanleiding er is om te discrimineren. Werken aan wederzijdse acceptatie is cruciaal om tot verbetering te komen. Ook in de richting van islamitische Rotterdammers.’’

Geheugensteun van Aboutaleb aan Denk: ‘’De bestrijding van moslimdiscriminatie vindt al plaats en staat niet los van de bestrijding van andere vormen van discriminatie. Voor concrete maatregelen op het gebied van discriminatiebestrijding en stimuleren van acceptatie van diversiteit, verwijst het college naar de voortgangsrapportage van het actieprogramma Relax, dit is Rotterdam: ‘Inspanning voor ontspanning’.

Aan de opmerking van Denk-fractievoorzitter Van Baarle of vooral de veiligheid en het veiligheidsgevoel van dames met een hoofddoek en/of andere religieuze klederdracht een groot punt van aandacht is voegt Aboutaleb toe dat dit ook geldt voor andere dames die zich in de openbare ruimte onveilig voelen in situaties van (seksuele) intimidatie en ook voor LHBTľs, of voor mannen met keppeltjes. ‘’Onze handhavers, de politie, RADAR en alle activiteiten gericht op acceptatie van diversiteit en bestrijding van discriminatie dragen hieraan bij.’’