De Rotterdamse fractie van de moslimpartij Nida wil schematisch inzicht hebben in vooral de religieuze diversiteit in de stad. Uit de Omnibus-enquête blijkt namelijk dat de acceptatie van religieuze diversiteit met een percentage van 74% achterblijft op de acceptatie van culturele (76%) en met name seksuele diversiteit (86%) in Rotterdam.

‘’Een gebrek aan acceptatie brengt verschillende problemen en uitdagingen met zich mee voor Rotterdammers in hun persoonlijke ontwikkeling, op school, op de werkvloer en arbeidsmarkt, in de publieke ruimte en soms ook binnen familiekring’’, schrijft raadslid Ercan Büyükçifçi, die in het dagelijks leven docent aan de Hogeschool is.

‘’Wethouder Wijbenga heeft eerder - in reactie op de NIDA-motie Veilig, relaxed en inclusief klimaat – aangegeven dat het bevorderen van een inclusief klimaat voor de diversiteit aan levensbeschouwingen in de stad reeds integraal gewaarborgd is in het samenlevingsbeleid’’, aldus de fractie van Nida voor wie het overigens niet helder en zichtbaar is welke inzet hier concreet op wordt gepleegd en dat geldt ook voor de acceptatie van culturele diversiteit.

Büyükçifçi vraagt daarom aan Wijbenga of hij aan de hand van acht uitgangspunten inzichtelijk wil maken welke financiële investeringen, inspanningen en activiteiten er de laatste drie jaar gedaan zijn en welke er de komende drie jaar gedaan worden ter bevordering van de acceptatie/inclusie van seksuele, culturele en religieuze diversiteit.

De acht uitgangspunten zijn: 1. voorlichting (op scholen, campagnes in de publieke ruimte en voor en door diverse organisaties); 2. veilige samenkomst; 3. opvang en begeleiding; 4. meldpunt discriminatie (inzet op meldingsbereidheid, accurate registratie en aanpak van discriminatiegevallen); 5. diversiteits-ambassadeurs (ter bevordering van begrip en dialoog); 6. veilige en inclusieve werkplek; 7. sensitieve zorg; 8. steun voor organisaties en initiatieven in de stad (die zich inzetten voor dialoog en begrip).