Het Openbaar Ministerie wil dat de tweelingbroers Melvin en Kevin M. een celstraf krijgen van twaalf jaar voor het doden van hun neef Stuart in april 2015. De twee ontkennen stellig, maar de aanklaagster vindt overtuigend bewezen dat de 28-jarige broers wel degelijk hun 41-jarige neef hebben gedood in de woning van hun stiefmoeder. Daarna zouden ze zijn lichaam in de kofferbak van een auto naar Rozenburg hebben gebracht, waar ze hem in het water dumpten.

Het slachtoffer verdween op 6 april 2015 en zijn lichaam werd ruim twee weken later gevonden in de Nieuwe Waterweg. Volgens het OM was hij met een klauwhamer op zijn hoofd geslagen en is er veel ander geweld gebruikt. Niet uitgesloten is dat Stuart nog leefde toen hij in het water werd gegooid, zei de officier van justitie.

Voor de rechtbank in Rotterdam schoven de broers donderdag de schuld af op hun zwager John. Hij zou tegen hen hebben gezegd dat hij Stuart had gedood. Deze John heeft echter tegen de politie gezegd dat juist de broers destijds tegenover hem opbiechtten dat ze Stuart hadden gedood. Dat zou zijn gebeurd na een uit de hand gelopen ruzie in de woning aan de Schieweg in Rotterdam. Melvin verbleef vaak op dat adres, waar hun stiefmoeder Carla, haar dochter en John woonden.

Ook Carla en haar dochter hebben deze versie bij de politie verteld. Volgens het OM zijn hun verklaringen betrouwbaar en te gebruiken als bewijs, hoewel ze aanvankelijk ook inconsistent waren. Hun beweringen worden ondersteund door andere bewijzen, die zij op dat moment nog niet konden weten.

De verklaringen van de broers daarentegen bevatten allerlei ongerijmdheden en onjuistheden, zei de officier. Bovendien gingen ze pas verklaren nadat ze hun dossier hadden bestudeerd en ook daarom is hun scenario ongeloofwaardig. Bovendien zijn er nog andere bewijzen, zoals gegevens over de telefoon en de auto.

De broers waren jarenlang zoek voor justitie.