Het daadwerkelijk optreden tegen de verkoop van lachgas op verboden plekken, is een lachertje. Daar komt het verwijt van raadslid Hoogwerf op neer in haar vervolgreactie op de eerste schriftelijke vragen over het ‘niet handhaven van ventverbod lachgas en de verkoop van GHB’.

‘’De burgemeester heeft aangegeven dat er geen boetes zijn uitgedeeld omdat er tijdens het Zomercarnaval op 27 juli geen verkopers van lachgas op heterdaad zijn betrapt’’, schrijft ze. ‘’Maar dat is een antwoord dat ons zeer bevreemdt, omdat op twitter diverse foto’s de ronde doen waarop verkopers nota bene worden aangesproken door de politie.’’

Ook kreeg Leefbaar inzage gehad in app-verkeer ‘’waarin één van uw medewerkers door een ooggetuige werd geattendeerd op een groepje lachgasventers’’, aldus Hoogwerf, die zegt stom verbaasd te zijn dat het ‘andermaal slechts tot een vermaning leidde en de waarschuwing dat er camera’s hingen.’’

‘’Zélfs in het bijzonder onwaarschijnlijke geval dat er geen daadwerkelijke transactie gezien is door de politie, is het onmogelijk dat de personen in kwestie de gasflessen tassen vol lachgaspatronen voor eigen gebruik bij zich hadden’’, voegt ze eraan toe.

Hoogwerf vindt het een volkomen verkeerd signaal vanuit de overheid om, bij zo’n beetje het allereerste evenement waarbij het verbod van kracht was, geen serieus werk te maken van handhaving.