Jeugdzorgprofessionals, die zich bezighouden met het naar zelfstandigheid leiden van probleemjongeren, snappen niet waarom het maanden soms wel een half jaar moet duren voordat die jongeren kunnen worden ingeschreven op hun nieuwe adres. De gemeente Rotterdam vormt daarbij een struikelblok. De stagnatie betekent dat zij zonder een dak boven hun hoofd hun leven niet op de rit krijgen.

Het gaat om jongeren die uit de jeugddetentie komen, LVB-problematiek hebben of kampen met ernstige problemen in de thuissituatie. De gemeenschappelijke deler is dat een nieuwe, vaste verblijfplaats voor hen allemaal de cruciale eerste stap is naar herstel en zelfstandigheid. Het huisvesten van de jongeren in kwestie heeft voor de betreffende jeugdzorgorganisaties dan ook de hoogste prioriteit.

Volgens de jeugdprofessionals duurt het inschrijven van deze jongeren op hun nieuwe adres dermate lang dat het begeleidingsplan niet uit de verf kan komen. De gemeente mag hiervoor – zeggen ze - maar liefst drie maanden de tijd nemen, met twee keer de mogelijkheid tot uitstel van een extra maand. De gevolgen hiervan zijn dat zij zich gedurende deze maanden bijvoorbeeld niet inschrijven voor een opleiding of hun leven administratief weer op orde krijgen.

Volgens raadslid Caroline Aafjes-van Aalst van Leefbaar Rotterdam, met wie de jeugdzorgprofessionals hebben gesproken, leidt deze gang van zaken tot grote teleurstelling onder de jongeren. Zo erg zelfs dat zij het vertrouwen in hun begeleiders verliezen en zich terugtrekken uit het traject, waardoor de vertraging niet alleen tot uitstel, maar zelfs afstel van herstel leidt.

Leefbaar Rotterdam zegt er alle begrip voor te hebben dat zaken als adrescontroles of een achtergrondcheck ertoe leiden dat personen, zeker in het geval van een probleemachtergrond, niet van de ene op de andere dag op een nieuw adres ingeschreven kunnen worden. ‘’Maar wanneer de wachttijd oploopt tot maanden en voormalige probleemjongeren hierdoor terugvallen in oude patronen, werkt de gemeente op een wrange manier problemen in de hand’’, vindt Aafjes-van Aalst, die het verhaal van de jeugdzorgwerkers door wethouder Van Gils (Organisatie) gecheckt wil zien.