Rotterdam werkt aan een Lokaal Hitteplan. De plannen worden voor verschillende wijken ontwikkeld als onderdeel van het klimaatadaptatieprogramma Rotterdams Weerwoord. Het zijn - vrij vertaald - draaiboeken die organisaties helpen bij het uitvoeren van hun reguliere taken en aanvullende maatregelen namen tijdens hitte. Ook zorginstanties vallen daaronder.

‘’Hitte vormt vooral een gezondheidsrisico voor ouderen, omdat de temperatuurregulatie van hun lichaam doorgaans slechter is en het dorstgevoel verminderd is. Ook chronisch zieken, mensen met overgewicht, eenzamen, dak- en thuislozen en (zeer) jonge kinderen lopen een verhoogd gezondheidsrisico’’, aldus wethouder De Langen in zijn antwoord op zorgvragen van raadslid Natascha Mohamed.

Een specifiek onderzoek naar de combinatie en gevolgen van hitte, corona en ventilatiegebruik in verzorgingshuizen komt er niet. Volgens zorgwethouder De Langen is dat op dit moment niet de prioriteit van de GGD Rotterdam-Rijnmond en hij weerspreekt ook dat in andere provincies wel het geval zou zijn.

Wel verwijst De Langen naar de notitie van het RIVM over de rol van ventilatie bij de verspreiding van SARS-CoV-2.  (https://lci.rivm.nl/ventilatie-en-covid-19).

Hij vult daarop aan dat voor mobiele ventilatoren en mobiele airconditioning geldt ‘’dat de rol in de verspreiding van het virus nog niet opgehelderd is, maar dat ze geen relevante rol lijken te spelen. Uit voorzorg wordt daarom geadviseerd om enkel ventilatoren te gebruiken in gemeenschappelijke ruimten, ook in verzorgings- en verpleegtehuizen, als er geen andere verkoeling mogelijk is.’’

Verder zegt hij: ‘’Het gebruik van ventilatoren in de individuele bewonerskamers is wel mogelijk. Indien er in de gemeenschappelijke ruimten toch ventilatoren gebruikt worden, moet de luchtstroom van de ventilator niet direct van de ene naar de andere persoon gaan. Voor de overige ventilatiesystemen in gebouwen zijn er geen aanpassingen nodig. Daarnaast blijft het belangrijk dat er een mogelijkheid is om voldoende te ventileren door de toevoer van verse lucht en de afvoer van gebruikte lucht in alle verblijfruimtes.’’