Rotterdam hanteert geen plafond bij vertrekregelingen voor topambtenaren. In theorie kunnen ze boven de 75.000 euro uitkomen. Dat blijkt uit het rapport van het adviesbureau Necker van Naem, dat onderzoek deed naar vertrekregelingen in de vier grote gemeenten van Nederland. Rotterdam week ten aanzien van de hoogte als enige af. Amsterdam bleef op 75.000 steken. 

Ten aanzien van de situatie in Rotterdam blijkt evenmin of en hoe vaak de gemeente vertrekregelingen met directeuren heeft gesloten en of en hoe vaak het voorkomt dat een directeur zonder een directeursfunctie in dienst is. Bezien in het licht van de maatschappelijke verontwaardiging rond dit thema, wil Leefbaar dit ook in Rotterdam extra en nauwkeurig onderzocht hebben. Nu lijkt het net alsof Rotterdam slechts summiere medewerking aan het onderzoek van Necker van Naem heeft verleend en alsof het uit het verleden iets te verbergen heeft.

Verantwoordelijk voor het ambtenarenbeleid is wethouder Van Gils, de opvolger van de vertrokken Adriaan Visser. Op 13 juni van dit jaar zegde Van Gils toe met een plan van aanpak inzake ontslagregelingen te komen waarin nadere regels worden gesteld en waarin in de toekomst scherpte, soberheid en terughoudendheid de norm zullen zijn. Hij zou in het vierde kwartaal met informatie komen over het vastgestelde beleid, maar Leefbaar laat weten nog niets te hebben gezien.

Van Gils verliet zijn vorige topbaan bij de gemeente Amsterdam ook met een vertrekpremie van 75.000 euro. Het Leefbaar-raadslid Van Elck, dat het rapport van Necker van Naem kritisch las, noemde Van Gils in dat verband in een raadsvergadering 'Johnny Graaykamp'.