Rotterdamse cafés (66) – Theo Verschoor 010

1 March 2020, 12:16 uur
Algemeen
mainImage

door Joris Boddaert

Anno 1930 telde Rotterdam 1400 cafés en was daarmee koploper in ons land. Dorstige lieden konden in dat jaar langs de 430 meter lange Schiedamsedijk in maar liefst 80 kroegen terecht. ‘De Dijk’ was – werkelijk waar – één van de meest alcoholische plekken van Europa. Thans existeren er in 010 nog altijd zo’n 625 cafés. Rotterdam heeft altijd een rijke kroegcultuur geteld. De stad heeft tal van aantrekkelijke etablissementen en in het verleden was dat niet anders. Het is altijd leuk om terug te kijken. Daarom iedere week aandacht voor een kroeg uit het recente verleden.

Theo Verschoor 010

Vorige maand was het carnaval en iedereen kent nog wel de meezingkraker ‘Er staat een paard in de gang.’ Welnu, een paard in het café is dus ook mogelijk, en een alerte klant meent grappig te zijn om het edele dier te voeden met wat pils uit zijn glas. Jawel, in de ouderwetse kroeg is dikwijls niks te gek, zeker wanneer je bij toeval terecht komt in het legendarische café Verschoor in Delfshaven. Wat is die Theo Verschoor toch een grappig man. Ik heb hem een paar keer gesproken en mij oren beginnen dan altijd te tuiten van alle anekdotes die hij in petto heeft. Hij runt dit zo bruine café al ruim dertig jaar, en werkelijk waar, iedere werkdag opnieuw is hij goedgemutst.

Voor de oorlog en ook nog in de vijftiger en zestiger jaren was het dood normaal dat de kroegbaas het zo lang in zijn eigen zaak volhield, maar tegenwoordig wordt er veel gewisseld van lokaliteit of van job veranderd. Enfin, Theo verzekerde mij onlangs dat hij zijn ‘huiskamer’ uitsluitend tussen vier planken voorgoed wenst te verlaten. Ach ja. Eén van zijn grappen? Een paar jaar geleden had hij een bekend makelaar in zijn zaak, die van die grote posters ‘te huur’ bij zich had. Theo vroeg of hij zo’n poster pontificaal voor zijn caféruit mocht hangen, pal naast de voordeur. Natuurlijk mocht ie dat. Niet voor een dagje, neen, de poster heeft er zeker drie weken gehangen.

Theo: ‘’Dat was lachen, joh, werkelijk iedereen bemoeide zich er mee, want men ging er van uit, dat ik het café ging afstoten. Ik speelde het spel mee, en vertelde dat ik driftig aan het onderhandelen was met een gegadigde. Uiteraard kreeg ik de poppen aan het dansen. De vaste clientèle was het er niet mee eens en men overwoog zelfs een actie ‘Theo MOET blijven’. Heus waar. Enfin, op zeker moment was de lol er van af. Hoe dat paard in het café is beland? Ik weet het echt niet meer. Het stond er ineens en gelukkig kreeg het dier het niet op z’n heupen. Mijn glaswerk is heilig.’’

Wie geïnteresseerd is in de Rotterdamse cafégeschiedenis en wellicht nog de nodige info heeft wendde zich tot Joris Boddaert. Hij schreef vier dikke caféboeken (salontafelformaat). In 2020 verschijnt deel vijf. [email protected] of 06-18849644.