Jonge slachtoffers van seksuele uitbuiting in Nederland raken steeds meer uit beeld, terwijl een gecoördineerde landelijke aanpak uitblijft. Volgens de Nationaal Rapporteur Mensenhandel is de oorzaak van de daling in zichtbaarheid de nieuwe privacywetgeving.

In Rotterdam ging het aantal meldingen van mensenhandel van 150 in 2014 naar 53 in 2018. Het zijn cijfers uit de Slachtoffermonitor mensenhandel 2014-2018. Bijna een halvering. GroenLinks en de SP in Rotterdam hebben alarm geslagen.

Te meer omdat volgens dezelfde monitor meer dan driekwart van alle 991 politiemeldingen over binnenlandse seksuele uitbuiting in die totale periode afkomstig is van slechts vier eenheden: Rotterdam (24%), Oost Brabant (23%), Zeeland-West-Brabant (16%) en Oost-Nederland (14%).

De vraag aan burgemeester Aboutaleb is of hij daar een verklaring voor heeft. Is er inderdaad méér mensenhandel in Rotterdam of houdt de politie-eenheid in deze stad de meldingen beter bij dan andere regio’s?

GroenLinks is van mening dat mensenhandel een groot maatschappelijk probleem is waar prioriteit aan moet worden gegeven. ‘’Privacy hebben wij hoog in het vaandel staan maar een té strikte uitleg van privacywetgeving die een belemmering vormt voor het aanpakken van dergelijke misdrijven is onwenselijk’’, schrijft GL-fractievoorzitter Lies Roest, die samen met raadslid Cicek (SP) hoopt dat de burgemeester het melden van mensenhandel bij zorgcoördinatoren, opvanginstellingen en andere organisaties wil prioriteren en benieuwd is welke andere maatregelen hij in gedachten heeft om de meldingsbereidheid te vergroten.