Tegen drie verdachten zijn maandag in de rechtbank in Arnhem celstraffen tot drie maanden geëist voor een aanranding op de marinebasis in Den Helder. Het slachtoffer werd vastgepakt waarna een van de verdachten zijn geslachtsdeel tegen diens lichaam drukte, aldus het Openbaar Ministerie.

De verdachten zijn in mei 2018 geschorst en zijn formeel nog wel in militaire dienst. Het drietal omschreef het voorval als 'onderbroekenlol'. "Het was cultuur binnen de Onderzeedienst", zei korporaal Jozef M. (28). Een jonge matroos maakte de overstap naar de onderzeeboot Dolfijn. Nieuw in de groep werd hij het doelwit van pesterijen, verklaarde hij. Op 17 mei 2018 werd hij in de kantine op het marineterrein door twee man op de grond gedrukt waarna een derde zijn broek liet zakken en met zijn penis tegen het lichaam van de matroos sloeg, zo staat in de aangifte. Ook ging de verdachte bovenop de matroos liggen en maakte 'seksbewegingen'.

De marechaussee pakte het onderzoek groots aan. Er werden telefoontaps geplaatst, een observatieteam hield het drietal in de gaten en in hotel New York in Rotterdam werd afluisterapparatuur geplaatst. Daar kwamen de drie geregeld samen. Twee korporaals waren getuige, maar waren in hun verklaringen zeer terughoudend.

Uit de telefoontaps bleek dat de drie verdachten hun verklaring hadden afgestemd. Toen Nicky G. (28) geconfronteerd werd met die tapgesprekken, gaf hij toe dat ze de schuld bij de aangever wilden leggen. De 35-jarige Raymond van de P. is sergeant. Hij was de hoogste in rang van de drie verdachten. Hij gaf het slachtoffer het bevel om G. oraal te bevredigen of een hamer in zijn mond te nemen, zo wordt hem verweten. Het slachtoffer zette vervolgens zijn tanden in de hamer.

De officier van justitie zei dat er te veel incidenten zijn binnen de krijgsmacht. "Een foute cultuur wordt in stand gehouden." Hij eiste drie maanden militaire detentie tegen Van de P. De twee andere verdachten hoorden beiden 120 uur werkstraf en twee weken voorwaardelijk militaire detentie eisen. Militaire detentie is niet veel anders dan een gewone celstraf, legde de voorzitter uit, maar veroordeelden zitten hun straf dan in een militaire gevangenis uit.

Pas achteraf merkten ze dat de aangever het niet leuk vond, zeiden de drie. Van de P. ontkent zijn leidende rol.