Moskeebestuurders die zijn opgeroepen door de Parlementaire Ondervragingscommissie Ongewenste Beïnvloeding uit Onvrije Landen (POCOB) om daarmee de aard en omvang van buitenlandse beïnvloeding van met name islamitische stichtingen in kaart te kunnen brengen – dat gebeurt halverwege deze maand aan de Bergsingel in Rotterdam - blijken eerst door deskundigen te worden voorgelicht over ‘’de politieke, juridische en religieuze achtergrond van de ondervraging".

Leefbaar Rotterdam vindt dit zorgelijk, maar burgemeester Aboutaleb niet.

‘’De voorbereiding lijkt er voornamelijk op gericht om een gelijkgeschakeld en juridisch dichtgetikt verhaal te construeren’’, vindt raadslid Tanya Hoogwerf. ‘’En die gang van zaken staat haaks op het uitgangspunt van de ondervragingscommissie, namelijk waarheidsvinding. En dat is toch al een bijzonder moeilijke opgave aangezien salafistische organisaties reeds hebben aangegeven zich niets aan te trekken van democratische processen en instituties en derhalve medewerking aan de werkzaamheden van de ondervragingscommissie weigeren.’’

Rotterdam – aldus Hoogwerf - heeft de afgelopen járen grote problemen en maatschappelijke ontwrichting ondervonden als gevolg van buitenlandse inmenging. ‘’Het is daarom voor onze stad van extra groot belang dat deze commissie ongehinderd haar werk kan doen en niet belemmerd wordt door voorbereidingsbijeenkomsten die de verhoren reduceren tot ingestudeerde toneelstukjes.”

‘’In Nederland bestaat het recht op vrije vergadering’’, luidt het antwoord van Aboutaleb. ‘’Het is aan partijen zelf hoe dit vorm te geven en wie hiervoor uit te nodigen. Het stadsbestuur van Rotterdam heeft geenszins de bevoegdheid om als overheid ‘waarnemers’ te sturen naar bijeenkomsten die vallen onder de vrijheid van vergadering. Wij vertrouwen op de kennis en kunde en het kritisch vermogen van de POCOB om het eigen werk in te vullen.’’