Raadslid Tanya Hoogwerf van Leefbaar Rotterdam maakt gehakt van de euforie over het vrouwenquotum. In Opiniez schrijft ze dat de schijnheiligheid van dit quota kennelijk net iets groter is dan de sociale veiligheid van vrouwen. ‘’Als je op straat ongestraft voor kankerhoer uitgemaakt kan worden en we als vrouwen vogelvrij zijn voor gewelddadige psychopaten is juichen ongepast. Dan is actie geboden.’’
Hoogwerf neemt stelling tegen de progressieve intellectuele elite die enerzijds dramt over het opheffen van speelgoedstereotypen ‘’als tractortjes en poppenhuizen en mannen en vrouwen naar hetzelfde toilet wil laten gaan’’, maar ondertussen ‘’moord en brand schreeuwt wanneer je het waagt om een kritische kanttekening te plaatsen bij het werk van wetenschappers.’’
Dat is dezelfde elite, laat ze weten, ‘’die de jongeren wil laten opgroeien zonder enig benul van basale biologische wetmatigheden.’’
In Rotterdam zit die elite ter linkerzijde van het politieke spectrum. Ook daar – bij GroenLinks, PvdA en D66 - is het een en al jubel over de positie van de vrouw ‘’maar als je er even op inzoomt is er verre een reden voor een feestje’’, aldus Hoogwerf. ‘’Want juist op het terrein waar een gelijke behandeling het meest cruciaal is, lijkt hier geen sprake van te zijn.’’
Ze heeft ook 2019 weer een omgedraaide wereld ervaren en snapt niet dat ogen zich niet openen. ‘’Want waar mannen in de doorgeslagen #MeToo-discussie zonder enig bewijs publiekelijk aan de schandpaal genageld konden worden, loopt de rechter bij échte zedenmisdrijven vaak over van empathie met de dader. Er volgt nog net geen schouderklopje.’’
En ze ziet de verlamming van de consequentie. ‘’Een meerderheid van de Rotterdamse vrouwen past nu al hun dagelijkse gedrag aan, bijvoorbeeld door zich anders te kleden of bepaalde straten te mijden, maar daar mag van de rechter dus nog wel een schepje bovenop. Dat moeten ze maar even ondergaan. Het recht van testosteronbommetjes om hen te mogen intimideren moet immers prevaleren.’’