Wapengeweld in 010 en leidende cultuurpatronen

4 June 2020, 20:55 uur
Algemeen
mainImage
Joost Eerdmans (midden, grote foto). Links, van boven naar beneden: Karremans, Büyükçifci en Aboutaleb

door Jan D. Swart

Leefbaar Rotterdam zegt principieel tegen etnisch profileren te zijn, maar zou best eens onderzocht willen zien of sommige cultuurpatronen leidend zouden kunnen zijn bij de opvallend toename van geweldsdelicten in Rotterdam.

Fractievoorzitter Eerdmans koos zijn woorden zo zorgvuldig mogelijk, maar kon niet nalaten om in het urenlange debat in de commissie Veiligheid af en toe te vragen waarom dat allemaal zo gevoelig ligt. Zo gevoelig zelfs dat raadslid Büyükçifci van Nida het woordje cultuur zag als een synoniem voor etniciteit. Ook had hij op de coverfoto van het Leefbaar-initiatiefvoorstel Aanvalsplan tegen Wapengeweld een bruine hand bij een geweer gezien. ‘’Verrek’’, zei Eerdmans, ‘’je hebt gelijk. Maar geloof me, ik denk niet in kleuren. Als ik dat wel zou zijn, zou ik niet hier zijn komen wonen.’’

Het wantrouwen tussen rechts en links Rotterdam is groot bij deze kwetsbare onderwerpen en vooral als ze gezamenlijk een oplossing moeten vinden voor de toenemende geweldsproblematiek. De partij van Eerdmans wil de wapens de stad uit. Eigenlijk willen ze allemaal de wapens de stad uit. Maar hoe? Leefbaar schreef er een plan van aanpak over en kwam met 15 oplossingen. Bovenaan stond: een minimumcelstraf van 6 maanden op verboden wapenbezit. Maar de burgemeester zag er geen meerwaarde in. Wel begrip, vooral ook voor de goede bedoelingen, maar verder was het een middag – zoals men dat vanuit het kleinste stadhuiskamertje van de Partij van de Dieren riep – ‘’van oeverloos gezwam’’.

En steeds keerde men terug naar dat stekende onderwerp: etnisch registreren. Met andere woorden: vaststellen welke groepen zich in Rotterdam het vaakst aan steken en schieten schuldig maken. VVD-fractievoorzitter Karremans vertelde een keer met de politie op avondpatrouille te zijn geweest toen er een inval bij een Antilliaans feest noodzakelijk bleek. Hij keek zijn ogen uit, want toen deden de agenten allemaal een kogelvrijvest aan. ‘’In die cultuur onder dié specifieke omstandigheden kan je dat maar beter wel doen’’, zeiden ze.  

Culturen en cultuuraspecten, daar ging het om. ‘’Nee, niet alleen bij gekleurde mensen.’’ Karremans (VVD) haastte zich door angstvallig ook gelijk andersoortige culturen te noemen: studenten, ouderen, woonwagenbewoners, witte hooligans. En wetende dat veel klagers dan dichtslaan, refereerde hij ook aan homohaat in weer andere culturen. ‘’Culturen hè’, beklemtoonde hij, ‘’want het niet accepteren van homoseksualiteit heeft niks met etniciteit te maken.’’

Ondertussen zat Eerdmans (Leefbaar) thuis in beeld met formulieren te zwaaien. ‘’Dit is het tabellenboek, ziet u het? Een boek van het stadsbestuur. Een boek waarin precies alle handelingen van de verschillende etniciteiten in Rotterdam worden weergegeven. Maar als wij erover beginnen, wordt er een racistisch stempel op geplakt.’’

Niemand van de andere raadsleden kende het Tabellenboek, dus bleef Eerdmans er slim mee wapperen. Zo van: het gezag wel, wij niet. Later in de middag zou Aboutaleb het een wetenschappelijk onderzoek noemen. En ook Aboutaleb was zo fideel om leidende cultuurpatronen niet te ontkennen. ‘’Je had de Hutsi’s en de Tutsi’s en daar zat inderdaad niks wits aan’’, om vervolgens klip en klaar de wet te herhalen: ‘’Etnisch registreren is hartstikke verboden. Dan ga je over de lijn. Achtergronden van mensen interesseren me geen moer, alleen wat ze gedaan hebben.’’