De financiële schade die de gemeente Rotterdam heeft veroorzaakt met de uitvoering van het in 2006 opgerichte Warmtebedrijf gaat oplopen naar honderden miljoenen euro’s. Het college van B&W destijds heeft de gemeenteraad te laat of onvoldoende geïnformeerd over de risico’s van het project. Dat is de harde conclusie van de Rotterdamse Rekenkamer in een vandaag gepresenteerd rapport.

Ook de latere uitbreiding van het project – transport van warmte vanuit de haven naar Leiden om uit de rode cijfers te komen – is mislukt. “Er is toen aangestuurd op een contract met Nuon voor de levering van warmte, terwijl de financiering van de warmteleiding naar Leiden nog niet was geregeld.”

“Die leiding komt er voorlopig ook niet. Die kán er voorlopig ook niet komen, door het ontbreken van vergunningen. Er zal dus een alternatief moeten komen. Die dertienduizend woningen moeten wel warmte krijgen en dat gaat veel geld kosten”, aldus Rekenkamer-directeur Paul Hofstra. 

Wie de schuldige is voor de mislukking en financiële catastrofe ''moet de gemeenteraad maar uitzoeken'', vindt de Rekenkamer. ‘’Wij hebben nu genoeg munitie aangeleverd.’’ De eerste ontwikkelingen rond het Warmtebedrijf vonden plaats in 2005 onder wethouder Wim van Sluis van Leefbaar. Tussen 2006 en 2009 was Mark Harbers (VVD) verantwoordelijk voor de economie in Rotterdam. Daarna Hans Vervat van de PvdA. De laatste vijf jaar – bij de uitbreiding naar Leiden - Adriaan Visser van D66.