door Jan D. Swart
De studentenwoningen aan het Stadhuisplein 16 zijn gebouwd zonder dat ook maar iemand rekening hield met de horeca aan de overkant. Nu de studenten met dopjes in hun oren moeten slapen en tot overmaat van ramp de Raad van State een reparatie van het bestemmingsplan eist, moet de horeca het geluid reduceren en bouwers de woningen alsnog isoleren.
Niemand lijkt blij met dit compromis dat donderdag na veel kiften via de coalitiesolidariteit in de gemeenteraad werd aangenomen. Ook de voorstemmers niet, want ze weten dat het de stad handen vol geld gaat kosten. Maar voor de politieke partijen, die zowel een verdichting van de stad als een prettig horecaleven prefereren, is het de enige optie.
Bovendien weer de zoveelste wijze les, die gebruikt kan worden als straks schuin tegenover het stadhuis aan de Coolsingel de volgende woningen worden gebouwd. Voor een isolatietovenaar is er in Rotterdam tegenwoordig een vette boterham te verdienen.
De horecaondernemers zijn dood ongelukkig met het gisteren aangenomen wanhoopcompromis. Want zelfs als de gemeente in een gulle bui bereid zou zijn om bij te dragen in de kosten van de binnenisolatie, zitten ze straks in de zomermaanden met een terras waar om zeven uur ’s avonds geen decibelletje meer te horen mag zijn.
Bouwwethouder Bas Kurvers heeft zich de laatste weken met zijn stof suf zitten piekeren of er een ei van Columbus was. Niet echt. Buiten de wet wel, want er zijn natuurlijk altijd tevredenheidsdeals te sluiten. Maar nu de Raad van State als een bok op de haverkist zit en de rechter heeft bepaald dat de studentenwoningen de bedrijfsvoering van de horecaondernemers beperkt, wordt er overal een puntje aan het potlood geslepen.
Jan Willem Verheij noemde het een Gordiaanse knoop. Bovendien liet hij voor de notulen nog even vastleggen dat het een erfenis was van de vorige coalitie waarvan Leefbaar Rotterdam ook deel had uitgemaakt. Uit de woorden van Leefbaar-raadslid Maarten Struijvenberg had hij opgemaakt, dat die een tegenstander was van het bouwen van woningen op het Stadhuisplein. ‘’Nee, dat ben ik niet’’, antwoordde Struijvenberg, die door had waarop verheij doelde, ''maar moet wel geïsoleerd worden.’’
Astrid Kockelkoren (GroenLinks) noemde in dat verband de steden waar het allemaal prachtig gelukt was, waarmee ze wilde zeggen dat ze de moed nog niet verloren had.
Struijvenberg wel. ‘’Het voorstel dat er nu ligt is verstrekkend en maakt een einde aan het Stadhuisplein zoals wij dat kennen. Geen muziek meer op het terras. Dure isolatiemaatregelen en de deuren dicht houden. Daarnaast werken er maar liefst 600 mensen op het Stadhuisplein in de horeca. De gemeente reist de hele wereld af op zoek naar bedrijven die nog niet half zo groot zijn om naar Rotterdam te halen. We zouden toch alles in het werk moeten stellen om deze bruisende plek en de bijbehorende werkgelegenheid voor Rotterdam te behouden. Maar dat gebeurt niet als we vandaag zouden instemmen met het collegevoorstel.’’
Bedenk iets creatiefs
Jan Willem Verheij deed een oproep aan zijn eigen VVD-wethouder om zo snel mogelijk met alle ondernemers en de eigenaren van het pand en de ontwikkelaars van toekomstige panden in de omgeving om de tafel te gaan om te zorgen dat wonen op die plekken goed mogelijk is en dat de exploitatie van de horeca op een goeie manier kan worden voortgezet. Creatief. Hij zei het drie keer. En zorg daarbij dat er een gebalanceerde oplossing komt voor de kosten, zodat niet één partij volledig nat gaat.
‘’Had al veel eerder moeten gebeuren’’, vond Struijvenberg. ‘’Dat was verantwoord stadsbestuur geweest en had ons drie maanden onzekerheid gescheeld. Het afgelopen half jaar hebben de ondernemers van het Stadhuisplein meerdere keren gevraagd naar het geluidsrapport dat de gemeente had laten opstellen. Maar zij mochten dat toen niet ontvangen. De wethouder wilde tot juni zelf de tijd om dat rapport te beoordelen. Oké, maar wat ik dan niet begrijp is waarom de wethouder niet gelijk in juli met iedereen is gaan praten.’’
‘’Rust en roering is de succesformule van onze binnenstad’’, antwoordde wethouder Bas Kurvers stoicijns. ‘’Vroeger kon je op het Stadhuisplein een kanon afschieten en dan raakte je inderdaad niemand. Ook in mijn studenten- en voetbaltijd was het er koud, winderig en niet levendig. Nu het er bruist wil ook ik het er laten bruisen. Maar die combi zijn we niet gewend geweest. En dat moet wel, want het is een plangebied waar nog naar schatting 400 woningen gerealiseerd kunnen gaan worden. Het is echt een complexe zoektocht geweest, met maatwerk. Wat kunnen we doen? Verdient het de schoonheidsprijs? Misschien niet, maar het is wel de uitkomst.’’
De puzzel duurt voort.