D66 over politiewaarnemers bij preventief fouilleren

9 September 2021, 00:18 uur
Columns
mainImage

Afgelopen maandag verscheen het artikel "D66 Rotterdam wil preventief fouilleren gecontroleerd zien" waarin een aantal vermeende standpunten van D66 Rotterdam over preventief fouilleren werden aangehaald. Helaas werd het standpunt van D66 over preventief fouilleren en het gebruik van (burger)waarnemers verkeerd gepresenteerd. Daarom hierbij ons standpunt.

Om bij het begin te beginnen: er is momenteel veel te doen rond de Amsterdamse proef met het gebruik van burgerwaarnemers bij preventief fouilleren. D66 Rotterdam pleit uitdrukkelijk niet voor het kopiëren van de Amsterdamse proef. De voornaamste reden is dat wij van mening zijn dat onderzoek naar de werking of de negatieve gevolgen van preventief fouilleren altijd in goed overleg moet worden gedaan met de politie zelf. Dit is in Amsterdam juist niet gebeurd.

Wat wel interessant is, is dat de politie blijkbaar gebruik kan maken van eigen waarnemers bij preventieve fouilleeracties. Dat kan een interessante optie zijn om te achterhalen of er geen sprake is van een oneerlijke behandeling of etnisch profileren. Daarom hebben wij gevraagd of een onderzoek naar preventief fouilleren op basis van waarnemingen van de politie mogelijk zou zijn in Rotterdam.

Ten tweede moet ons standpunt over de Amsterdamse proef in de grote context van onze bezwaren rond preventief fouilleren gezien worden. Preventief fouilleren wordt stelselmatig door rechtse partijen genoemd als oplossing voor alle veiligheidsvraagstukken, zo ook voor jeugdcriminaliteit of wapengeweld. Wij vragen ons af waar dit op gebaseerd is. Uit de resultaten blijkt namelijk dat er amper wapens worden gevonden door preventief fouilleren.

Preventief fouilleren is een zwaar instrument dat inbreuk maakt op de persoonlijke vrijheden van individuen en een grote impact kan hebben, niet in de laatste plaats op het vertrouwen van de burger in de overheid. En dan hebben we het nog niets eens over het gevaar van etnisch profileren dat bij preventief fouilleren altijd om de hoek ligt. Preventief fouilleren moet daarom niet te pas en te onpas worden ingezet. Als dan ook nog eens de resultaten tegenvallen, schiet preventief fouilleren dan niet haar doel voorbij?

Maar er is ook nog een belangrijk pragmatisch argument. Preventief fouilleren kost enorm veel politiecapaciteit. Zou deze toch al schaarse politiecapaciteit niet effectiever ingezet kunnen worden door bijvoorbeeld meer wijkagenten aan te stellen?

Deze bezwaren tegen preventief fouilleren worden vooralsnog niet weggenomen door de huidige resultaten van het preventief fouilleren. Er is nog geen bewijs dat preventief fouilleren effectief of preventief werkt of dat het beter werkt dan extra wijkagenten. Omdat preventief fouilleren zo'n ingrijpend middel is, moet wat ons betreft de effectiviteit vast staan.

Wij vragen daarom aan het college om, in samenspraak met de politie, een onderzoek te doen naar de (preventieve) werking van preventief fouilleren. Het is namelijk op dit moment moeilijk te zeggen of preventief fouilleren goed werkt of niet. En dat is voor ons altijd het belangrijkste punt; veiligheidsmaatregelen zijn goed, maar ze moeten wel proportioneel en effectief zijn.