Zodra je begint over gelijke behandeling voor minderheden, of gelijke rechten voor vrouwen wordt de term 'slachtofferschap' erbij gehaald. Het erover hebben mag blijkbaar niet.
Het overkwam me in een raadscommissie en op een bijeenkomst voor vrouwendag op 8 maart van het afgelopen jaar. De vrouwelijke toeschouwers in de commissie en oma die gekomen was naar de vrouwendag snapten mij wel. Oma riep verontwaardigd met beide handen in de lucht: ''Er is weinig veranderd.''
Ik keek oma recht in de ogen aan en dacht: ''oma, reken er maar op dat wij doorgaan met deze klus en onze dochters ook.'' Ik sprak het niet uit. Even leek het erop alsof ze me kon horen denken.
In een samenleving waarin vrouwen in de politiek, wetenschap, aan de universiteiten in hogere functies, raden van commissarissen en besturen in het bedrijfsleven en in allerlei andere bepalende posities in onze samenleving sterk ondervertegenwoordigd zijn vind ik het zeer opgepast om te spreken van slachtofferschap.
Ja, bepalende posities. Daar heb ik het over.
Mensen die het bepalen voor andere mensen. Waarom zouden vrouwen minder te zeggen moeten hebben? Waarom zouden ze in gelijke functies, minder moeten verdienen? Hier is geen antwoord op te formuleren. Bovendien geloof ik dat gelijke rechten voor vrouwen belangrijk zijn in de strijd voor gelijke rechten en behandeling van etnische/religieuze minderheden, LHBTI-ers en het stoppen van geweld tegen vrouwen.
Maar hallo, we hebben nog nooit een vrouwelijke minister-president gehad. We kunnen pas 100 jaar stemmen en er zijn nog steeds mensen die vinden dat het enige recht van een vrouw het aanrecht is. Bij voorbaat word je al minder kundig ingeschat. Een soort stilzwijgend compromis tussen mannen is, dat de vrouw aan tafel niets toe te voegen heeft aan de discussie.
Ik geef het toe. We zijn een lange weg gekomen sinds Suze Groeneweg. Maar we zijn er nog niet.
Ik moet overigens vaak denken aan de empowermentlessen die jonge leerlingen in de V.S. krijgen. Op jonge leeftijd spreken ze allerlei ambities uit, dat ze bijvoorbeeld de president van de V.S. willen worden. Een beetje idealistisch misschien. De kans is klein; het is immers een groot land. Maar wel hoog tijd. Hoog tijd dat daar ook het glazen plafond wordt doorbroken. Ik zet mijn geld op Alexandra Ocasio-Cortez.
In de Rotterdamse Raad heb ik twee aangenomen moties over vrouwenemancipatie next level: namelijk meer vrouwen in topposities en gelijke beloning voor gelijk werk van mannen en vrouwen binnen de Gemeente Rotterdam. Binnenkort hoor ik welke uitwerking er zal worden gegeven aan mijn moties.
Deze moties zullen vast in enige vorm eerder zijn ingediend. Wellicht zullen ze over een paar jaar weer worden ingediend. Dat maakt me niet uit. We blijven de discussie aanjagen totdat de Khadija Aribs, de Sigrid Kaags en de Ollongrens van dit land de hoogste baas worden. Pas dan valt een last van mijn schouders. In de tussentijd blijven we zorgen voor nieuwe aanwas. De ambities zijn groot en de sky is the limit. 11 oktober 2019 vindt de bijeenkomst ''meer vrouwen in de politiek’’ in Rotterdam weer plaats. Kom je ook?