Burgemeester Ahmed Aboutaleb is door Denk-raadslid Faouzi Achbar gevraagd om antwoord te geven op onder meer de volgende vraag: 

“Begrijpt u dat de schofterige verdubbeling van de kosten voor een bezoekersparkeervergunning het bezoeken van bijvoorbeeld familieleden voor veel Rotterdammers moeilijker maakt?”

Het is een van de negen schriftelijke vragen van Achbar over een verhoging van de parkeertarieven. Ze kwamen onder de titel ‘Rotterdamse college haat autobezitters’ op 11 januari binnen bij Aboutaleb en zijn tien wethouders. Volgens Achbar zouden collegeleden haten, stelen, asociaal zijn en op hun knieën excuses moeten aanbieden voor een schofterige verhoging van de parkeertarieven.

Het is niet de gewoonte dat een burgemeester schriftelijke vragen van een gemeenteraadslid in de prullenbak gooit. Maar in dit geval zou het Aboutaleb dan wel verantwoordelijk wethouder Judith Bokhove niet kwalijk worden genomen, als dat wel gebeurt. 

Of misschien beter: stuur de vragen van Achbar retour afzender. Met het verzoek dat woord schofterig eruit te halen. En de rest van de tekst een beetje te kuisen. 

Het beantwoorden van vragen van raadsleden dient natuurlijk altijd doorgang te blijven vinden. Maar dat mag niet ten koste gaan van goed fatsoen. 

Tip. Aboutaleb doet er goed aan om Faouzi Achbar een keer op de thee uit te nodigen. Hij kan hem dan uitleggen, dat de gemeenteraad een voorbeeldfunctie heeft richting alle Rotterdammers. En dat het daarin niet past om gemeentebestuurders uit te maken voor schofterige dieven.

PS En als Aboutaleb dan toch thee aan het schenken is, kan hij ook loco-burgemeester Bert Wijbenga uitnodigen. Want Wijbenga bezigt regelmatig de term ‘op de grond pleuren’, als hij het heeft over spullen, die naast een vuilcontainer terecht zijn gekomen.