De namen van het nieuwe College van B&W van Rotterdam zijn bekend. Het aantal wethouders gaat van zes naar tien. Het aantal vrouwen blijft hangen.
Een groot punt van kritiek op het vorige college was dat er geen enkele vrouw in te vinden was. En dat in een tijd dat politici de mond vol hebben over meer vrouwen op topposities.
In het nieuwe college is het niet veel beter. Met de burgemeester erbij tellen we negen mannen en twee vrouwen. Dat kan beter en had ook beter gekund.
Said Kasmi, fractievoorzitter van D66 Rotterdam, schuift zichzelf als wethouder naar voren. Hij had ook Chantal Zeegers wethouder kunnen laten worden, nummer twee op de D66-lijst. Net zo min als Kasmi heeft ze ervaring op de geclaimde portefeuilles onderwijs en cultuur. Maar ze heeft wel meer bestuurlijke ervaring en heeft meer draagvlak bij Rotterdammers. Ze haalde als nummer twee meer stemmen dan Kasmi als lijsttrekker.
Een gemiste kans dus om als politiek te laten zien dat het menens is met het streven naar meer vrouwen op topposities. Want zoiets kan je wel makkelijk roepen, maar we weten allemaal dat het in praktijk eenvoudigweg neerkomt op zelfbeheersing: dat je als man niet zélf die baan naar je toe harkt, maar ‘m gunt aan een sterke vrouw. Helaas ontbrak het daar blijkbaar aan.
Maar er speelt nog iets veel opmerkelijkers. Van de zes gekozen lijsttrekkers en fractievoorzitters in de nieuwe coalitie zijn er vier die zonder met de ogen te knipperen zichzelf als wethouder kandideren: Said Kasmi (D66), Judith Bokhove (GroenLinks), Barbara Kathmann (PvdA) en Sven de Langen (CDA).
Dát was niet de afspraak!
De afspraak met de kiezers op 21 maart 2018 was dat deze dames en heren vier jaar lang als volksvertegenwoordigers in de gemeenteraad van Rotterdam zouden zitten om het College van B&W te controleren. Die belofte breken ze doodleuk.
Toen in 2002 het dualisme is ingevoerd, is er een scheiding gemaakt tussen de controlerende en uitvoerende macht. Blijkbaar zijn de dames en heren politici dat vergeten, wat overigens wel vaker met principes gebeurt als het om eigen baantjes gaat.
Als gemeenteraad kies je sterke en ervaren bestuurders van buiten. Vakmensen! Namens de bevolking houd je die vervolgens vier jaar lang scherp in de gaten en als ze het verprutsen, stuur je ze de laan uit.
Maar dan moet je natuurlijk niet zelf als volksvertegenwoordiger opeens dat baantje inpikken. Je bedriegt hiermee niet alleen de kiezers, maar brengt ook je eigen fractiegenoten in een onmogelijke positie. Die bepalen namelijk wie als wethouder wordt voorgedragen. Kandideert opeens de fractievoorzitter zich, dan moeten zij kiezen tussen akkoord gaan of vier jaar lang samenwerken met een chagrijnige fractiegenoot die het gewenste baantje niet kreeg. Dat moet je elkaar dus gewoon niet aandoen. Maar ook dát vraagt om zelfbeheersing en op dat punt doen de dames niet onder voor de heren.
Het toeval wil nu dat voor het eerst in de geschiedenis van Rotterdam zich een buitenstaander heeft gekandideerd als wethouder cultuur: In-Soo Radstake. Geen vrouw, maar toch.
De gemeenteraad van Rotterdam hakt uiteindelijk de knop door. Wat doen we dames en heren volksvertegenwoordigers?
Belonen we het baantjesjagen binnen uw raad of stellen we een daad en kiezen we een buitenstaander? Het antwoord weten we natuurlijk al. U kiest voor het eerste.
Wellicht bent u de volgende keer namelijk zélf aan de beurt.
Jos Verveen is auteur, ondernemer, voormalig raadslid en géén wethouderskandidaat.
Afspraken geschonden - Kiezersbedrog in Rotterdam
26 June 2018, 11:58 uur
Columns