Auto-ongelukken, daar stonden de Indische kranten in 1918 vol mee. In de Preanger-bode eind maart van dat jaar vond ik een aanklacht, tegen de overheid die geen greep had op het toenemend autoverkeer. Doden en gewonden, ellende alom, en de oorzaken?
“..er wordt hier in Indië over het algemeen véél te hard gereden. Aan den eenen kant is er gemis aan contrôle en reactie van den kant der politie, wat het misbruik in de hand werkt; aan den anderen kant komt het stuur maar al te vaak in handen van beslist onbevoegden (roekelooze inlandsche chauffeurs, onvolwassenen en half-beschonken volwassenen). “
Daar stond nogal wat: te hard rijden, nul gezag, drank in het verkeer, roekeloosheid en zowat kinderen aan het stuur. 't Lijkt me allemaal even waar. Indië zat nog steeds in de gewenningsperiode van de auto; ik las in Historiek dat de eerste er in 1894 was.
Al een paar maanden na dit artikel kwam meer ellende. De hoofdtrol is weggelegd voor de auto, maar dat blijkt later pas.
Eerst het ongeluk, dat vol staat met woorden die iedereen toen begreep.
“ De auto kwam van Probolingo en had, behalve den inlandsche chauffeur, als inzittenden de heer Smit van Semarang en Zelle van Soerabaja, beiden procuratiehouders van de Indische Handels-Compagnie, die op den terugweg waren naar Semarang via Modjokerto.
Vlak voor de djoerang splitst de weg zich in tweeën, één gaat met de brug erover heen en de andere daarlangs; nu moet de chauffeur kolossaal gezucht gesuft hebben want hij reed naast de brug in den afgrond, waardoor de vrachtwagen op zijn kop in de diepte terechtkwam, dus met de wielen omhoog!”
De administrateur van een nabij gelegen suikerfabriek brengt de mannen naar de kliniek van dokter De Graaf te Modjokerto. Daar werden ze behandeld en vervolgens ontslagen.
En de derde inzittende, de chauffeur?
Weg.
Niet op de foto.
Maar wel in het verhaal:
Later in de middag - het ongeluk vond 's middags om 1 plaats - werd hij door de kampoeng-politie gevonden doordat hij bij haar komst er vandoor ging en zichzelf dus verraadde: hij wist er geen verklaring van te geven waarom hij was weggelopen. […]
Voor alle zekerheid werd hij meegenomen en viel door de mand. Het auto-ongeluk was door zijn schuld ontstaan; onder het rijden was hij ingedut...
Dat kon toen dus ook al, slapen achter het stuur. De twee passagiers hadden het kennelijk niet gemerkt. Voor de lezers van het Weekblad voor Indië was dit alles een aanloop tot een moment van ja-natuurlijk glimlachend knikken, toen ze de laatste regels lazen:
Wat de auto betreft, zij heeft niet zoo erg geleden; de carrosserie was aan de linkerkant wat ingedeukt, de kap, die gesloten was, vernield en de voorruit versplinterd. Een uur na het ongeluk werkte de motor nog - de auto was een Hudson!
Een… wat?
Een Hudson. Destijds een geweldig goed automerk. Iedereen kende het. Speciale Hudson-garages, extra dure uitvoeringen, de droom van en voor elke autobezitter.
Ik wou dat ik er meer over wist. En u nu vast ook. Omdat het dagelijks leven het interessantste is. We kunnen de politiek van de oorlog van achter naar voren opzeggen, maar de mensen, hoe leefden de mensen, daar gaat het om.
https://www.indischeschrijfschool.nl