Coalitiepresentatie: prachtig theater. Hoezo geen visie?

20 June 2022, 10:34 uur
Columns
mainImage

Raadslid René Segers-Hoogendoorn zat afgelopen donderdag bij de presentatie van het nieuwe Rotterdamse stadsbestuur iets te strak in het pak, droeg een wit antibacterieel, geur- en vlekvrij Labfresh overhemd, en had z’n blote voeten in puntschoenen geperst. Stijl David Beckham. René is in woord en geschrift Engels happy, dus big smile.

Hij deed die donderdag spontaan mee aan het ongetwijfeld door de PvdA georganiseerde protestgeneuzel omdat er op rechts maar één vrouw wethouder was geworden.

René Segers-Hoogendoorn is van het CDA. Hij is rooms en buitengewoon vrouwminded. Daarom ook die tweede achternaam. Die is zijn van zijn echtgenote. Het is een moderne manier om van adel te lijken.

Raadslid Pascal Lansink doet dat ook. Lansink-Bastemeijer. Met bovendien nog een liberaal kakkersaccentje. Het geeft onschuldig toch wat extra aanzien. Met onfortuinlijk alleen een achternaam als Eskes kom je niet verder dan een paar maanden wethouder. Daarna is de koek op.

René Segers-Hoogendoorn miste visie in het coalitieakkoord, zei hij.

Ook zo’n modern politiek poppenkastwoord: visie. Het CDA in Rotterdam had tijdens de verkiezingscampagne zelfs meer dan een duidelijke visie: twee zetels, liefst één meer. Het werd er één minder. Weg visie. Dan lig je toch krom van het lachen.

Heel fideel van hun wethouder Eskes om dan de politiek te verlaten. Een mazzeltje voor mijn jonge idool Segers-Hoogedoorn, die nummer twee stond op de lijst. Hij blijft. Ik ben het zelden met hem eens, maar hij is gezellig. Een Limburger.

René Segers-Hoogendoorn vond het nieuwe stadsbestuur op Dick Advocaat lijken: roepen dat je kampioen wordt, maar in de kleedkamer volstaan met slechts: ‘jongens, zet ‘m op.’ Dat zei hij.

Hij bedoelde dus: Dick rommelde maar wat aan. Oude school. Geen visie. En dus bejubelde Segers-Hoogendoorn Arne Slot.

Volgens mij geen kampioen geworden, pareerde Robert Simons van Leefbaar Rotterdam, want die verkoop je geen knollen voor citroenen als ex-stuurman op de wilde vaart.

Voor de rest kan René Segers-Hoogendoorn het merendeel van de Rotterdamse gemeenteraad over Feyenoord van alles wijs maken. Op Aafjes-Van Aalst na. Ook van adel.

Wie behoren tot dat merendeel?

Ik ken kardinale Rotterdamse stadsbeslissers die mij op mijn woord geloofden toen ik verzon dat Ernst Happel een kunstschilder was. Ik gooi het er nog maar een keer in.

De Zwart-Janstraat in een debat per abuis de Jan Swartstraat noemen. Dat is niet lachen. Dat is huilen. Ik haal de niet-Rotterdammers er zo uit.  

Zo sneu ook voor de stad dat persoonlijke assistenten van Rotterdamse wethouders uit Tilburg geïmporteerd worden. Die komen om half negen op Centraal aan en sporen om vijf uur terug. Zo griezelig dat in Rotterdam grote besluiten over een nieuw voetbalstadion genomen worden door wildvreemde mensen die zich nog nooit hebben verdiept hoe men Camp Nou in Barcelona en Santiago Bernabéu in Madrid heeft vernieuwbouwd en waarom. Drie Maasgebouwen met garages en één ring erbij: een kind kan de was doen. Ik blijf het toch roepen.

Eén kennisquizje in de raadzaal over de stad en de geschiedenis van de Kuip en Feyenoord met 45 raadsleden, 9 wethouders en 1 burgemeester en je lacht je het lazarus. Tenminste als ik de vragen mag verzinnen.

En dan blijkt trouwens ook dat Dick Advocaat nooit geroepen heeft dat hij kampioen met Feyenoord wilde worden. Advocaat kwam alleen maar repareren en dat doet de nieuwe coalitie nu ook. Maar dat zei Segers-Hoogendoorn niet. Daarom doe ik het.