Betaaldvoetbalclubs mogen in de huidige Corona-tijd maar een klein deel van hun stadion vullen. Dit is dodelijk voor de sfeer en beleving, zo weten we inmiddels. De meeste clubs doen er daarom alles aan om op een creatieve manier toch zoveel mogelijk mensen toe te laten. Feyenoord heeft daar geen boodschap aan. Integendeel. Feyenoord jaagt supporters letterlijk de deur uit.
Volgende week zondag speelt Feyenoord in De Kuip zijn eerste wedstrijd in vijf maanden. Sparta is de tegenstander. Het is slechts een vriendschappelijk duel, maar veel supporters kijken ernaar uit. De ploeg weer aan het werk kunnen zien in de eigen Kuip is voor hen een heerlijk vooruitzicht. Het feit dat in totaal slechts 7.000 mensen naar binnen mogen, nemen zij voor lief.
De KNVB heeft een hele reeks richtlijnen gepubliceerd om clubs houvast te geven bij het opstellen van hun eigen Corona-protocol. Want eerlijk is eerlijk: soms zie je door de bomen het bos niet meer. Personen uit verschillende huishoudens mogen volgens de regels van het kabinet bijvoorbeeld wel pal naast elkaar zitten in één auto of, met mondkapje, in de trein, maar in het stadion moeten zij vervolgens weer anderhalve meter afstand van elkaar houden. Hoe inconsequent kan het zijn? Het is daarom bepaald geen overbodige luxe dat de voetbalbond mogelijkheden en onmogelijkheden voor de clubs op een rijtje heeft gezet. Wat mag wel, en wat niet?
Een beetje club doet er natuurlijk alles aan om zoveel mogelijk supporters tot de wedstrijden toe te laten. Dit is niet alleen goed voor de inkomsten, maar ook voor de sfeer. Bovendien kom je op deze manier de supporters tegemoet die in deze onzekere tijden toch weer massaal seizoenkaarten hebben gekocht. De KNVB heeft in haar richtlijnen daarom mogelijkheden beschreven, compleet met plattegronden, hoe het mogelijk is om tribunevakken zelfs volledig gevuld te krijgen. Kinderen onder de twaalf jaar hoeven geen afstand te houden tot leeftijdgenootjes of tot volwassenen. Op die manier kan je met een beetje slimmigheid een heel vak laten bevolken door ouders en hun jonge kinderen.
Maar wat doet Feyenoord? Feyenoord wil dat iedereen in het stadion anderhalve meter afstand houdt. Dus ook kinderen. En zélfs ouders en hun eigen kinderen. In De Kuip mag een kind niet direct naast zijn eigen vader of moeder zitten. Ouder en kind moeten minimaal vijf lege stoelen tussen elkaar vrijhouden. Hetzelfde geldt voor man en vrouw, of voor een samenwonend stel: ‘s avonds kruip je bij elkaar in bed, maar in De Kuip moet je anderhalve meter afstand houden.
Het is de idiotie ten top. Feyenoord slaat helemaal door en jaagt supporters op deze manier letterlijk het stadion uit. Voor veel potentiële stadionbezoekers is alle lol er door de Corona-maatregelen toch al vanaf. Maar dat je zelfs niet naast je geliefde of bij je eigen kind mag zitten, is natuurlijk te zot voor woorden. Dat je dit als club aan je supporters durft te verkopen, is ongehoord. Tegelijkertijd is het eigenlijk typisch Feyenoord, dat helaas maar al te vaak laat blijken dat het maling heeft aan de supporters.
Of de club deze belachelijke regels ergens heeft gepubliceerd? Tot nu toe niet. Pas toen een vader, die twee kaartjes had gekocht, voor alle zekerheid via Twitter even vroeg of zijn 8-jarig zoontje tegen Sparta bij hem mag komen zitten, kwam het ontluisterende antwoord: “Ook binnen een huishouden dien je bij de wedstrijd de 1,5 meter in stand te houden. Hoe vervelend het ook overkomt, we willen supporters echt vragen zich hieraan te houden. Dit zijn de richtlijnen zoals opgesteld voor het bezoeken van een wedstrijd in De Kuip.”
Bedankt, Feyenoord. Klasse geregeld weer.
De journalist Boudewijn Warbroek (1963) bezoekt wedstrijden van Feyenoord sinds 1975. Hij werkt als vrijwilliger voor supportersmagazine Hand in Hand en Stadion Sport Nieuws, en schreef mee aan ruim tien boeken over Feyenoord.