Dankzij die 61% thuisblijvers blijft tweedeling groeien

5 April 2022, 18:08 uur
Columns
mainImage

Het resultaat van de door 61 procent van alle stemgerechtigden genegeerde gemeenteraadsverkiezingen van 16 maart zal er zo goed als zeker toe leiden dat de tweedeling op de woningmarkt in Rotterdam verder zal toenemen.

De tweedeling tussen rijke mensen met een eigen huis en arme mensen in een huurwoning is anno 2022 al groot. De komende vier jaar zullen de verschillen alleen maar groter worden.

Met Leefbaar Rotterdam en de VVD als grootste partijen in een door Wouter Koolmees te smeden coalitie, aangevuld met D66 en Denk, zal men aan de Coolsingel 40 de 'woningbouwsuccessen' van de afgelopen vier jaar koesteren en bestendigen.

Misschien dat er voor de bühne een piepklein dingetje wordt veranderd in het sinds 2016 van kracht zijnde woningbouwbeleid. Maar - hoewel af te raden - men kan er vergif op innemen dat het straks te installeren nieuwe college van burgemeester en wethouders vrolijk doorgaat met het presenteren van rooskleurige cijfers over de bouw van hoge percentages sociale huurwoningen, terwijl daar in de praktijk helemaal niets van waar is.

Dat men doorgaat met het optellen van kippenhokken voor studenten en/of expats bij de bouwproductie sociale woningen. Dat B&W zich opnieuw rijkrekenen door kleine, slecht onderhouden particuliere huurwoningen met huren boven (!) de 752 euro te blijven meetellen bij de sociale voorraad.
Dat de nieuwe wethouder voor bouwen en wonen (VVD'er Jan-Willem Verheij wordt genoemd) wederom iedereen gaat wijsmaken dat van alle nieuwbouwwoningen in Rotterdam 35 procent tot de betaalbare sociale sector behoort.

Het wegblijven van die 61 procent van de kiezers is geen handicap voor Leefbaar, VVD, D66 en Denk om in een nieuw te maken coalitieakkoord een woningbouwparagraaf te schrijven, die voortborduurt op de alom geroemde prestaties van de afgelopen vier jaar.

Dat betekent dat de afname van het aantal goedkope huurwoningen van de Rotterdamse corporaties onverkort doorgaat. Het zal leiden tot een nog grotere tweedeling op de woningmarkt. Een markt, waar beleggers gouden tijden beleven, ten koste van migranten, statushouders en alle overige woningzoekende starters.  

Of het tij nog te keren is ten gunste van de groeiende groep kansloze starters op de woningmarkt? Ben bang van niet.

D66 verkondigde in de verkiezingscampagne weliswaar dat de Woonvisie 2030 moet worden aangepast. En Denk is ook niet zo'n grote fan van die Woonvisie. Maar men kan er gevoeglijk vanuitgaan dat hun gefronste wenkbrauwen niet zullen leiden tot - ik noem maar een voorbeeldje - een aanpassing van de Bestuurlijke Overeenkomst Wijken in Balans. In dat stuk staan alle beloftes van Woonstad Rotterdam, Havensteder, Woonbron en Vestia om het mes te zetten in hun sociale voorraad in hun slechtste en dus ook goedkoopste buurten. Als er nog plek is in de shredder, dan graag dat misbaksel erin. En een nieuwe BOK maken met de titel Wijken uit Balans.

Het zal die 61 procent wegblijvers nauwelijks boeien. Maar binnenkort is er een nieuw coalitieakkoord, waarin staat dat wonen in Rotterdam toch weer duurder gaat worden voor mensen met weinig geld. Daarover een pruillip opzetten of zelfs een beetje klagen? Dat kunnen die 61 procent thuisblijvers een volgende keer weer. Over vier jaar, in 2026, zijn er nieuwe gemeenteraadsverkiezingen.