De derby is met 4 geboren Rotterdammers geen derby meer

18 October 2020, 16:41 uur
Columns
mainImage

De meeste deelnemers aan de Toto hebben in elk geval één uitslag fout. Waar het merendeel een eentje zal hebben ingevuld, zal slechts een enkele verwoede Spartaan hebben gehoopt op een drietje.

Veel meer opwinding over de derby zal er niet zijn geweest. Feyenoord-Sparta (en andersom) is verworden tot een gewone competitiewedstrijd. En zondag ook nog achter gesloten deuren zonder enige vorm van sfeer. ''Heel ongezellig,'' liet Gerard Meijer, de oud-verzorger, weten vanuit de lege Kuip.

De derbysfeer is niet meer. Het was in november 1998 dat Leo Beenhakker ontkende iets er van te bespeuren, terwijl Rob Jacobs in zijn tijd als trainer van Feyenoord en Sparta al bemerkte dat de onderlinge rivaliteit tanende was.

De derby is niet meer zoals de eerste was in het betaalde voetbal in 1956, toen na samenvoeging van de hoofdklasse A en B Sparta en Feyenoord voor het eerst sinds jaren weer tegenover elkaar stonden. Cor van der Gijp en Coen Moulijn rolden Sparta op. Aan de rechterkant, onder 'Uit' van het houten scorebord op Het Kasteel zwierden vier kegels in de wind. Aan de linkerkant, onder 'Thuis' bleef het leeg.
Scheidsrechter Karel van der Meer had de 22 spelers voor de wedstrijd in de middencirkel ter bevordering van de sportiviteit bijeen geroepen en had ze verplicht elkaar de hand te schudden, waarmee hij zijn tijd trouwens ver vooruit was. ‘Geeft niets,’ had Henk Schouten daarna langs zijn neus weg opgemerkt, ‘want ik moet mijn handen toch nog wassen.’

In de eredivisie werd Feyenoord – Sparta zondag voor de 56ste keer gespeeld, 34 keer won Feyenoord in De Kuip. Negen keer won Sparta, 13 keer werd het een gelijkspel.
De rivaliteit is sterk verminderd. ‘Dat kan ook niet anders,’ beseft Rob Jacobs, ‘want laten de echte Rotterdammers, die in het veld lopen, opstaan. Vroeger speelde je de derby met bijna tweeëntwintig Rotterdammers. Als inwoner van deze stad betekent de derby nog iets, maar tegenwoordig kunnen voetballers zich nauwelijks meer met hun club identificeren. Ze trekken van de ene club naar de andere achter het geld aan.''

Zondag liepen er welgeteld vier geboren Rotterdammers op het veld: Deroy Duarte en Jeffry Fortes aan Sparta-zijde en Justin Bijlow en Lutsharel Geertruida bij Feyenoord.

Dat Sparta de 1-1 vierde als een overwinning geeft de verhoudingen tussen Feyenoord en Sparta juist weer. Sinds halverwege de jaren zestig, toen het grote geld een rol ging spelen, werden de verhoudingen tussen Feyenoord en Sparta steeds schever. Feyenoord, de volksclub van vroeger, heeft ruimschoots gewonnen van het voorheen als elitair bestempelde Sparta, dat zich in de gloriejaren nog kon roeren op de transfermarkt, mede dankzij een groot aantal gulle gevers. Vrijgevige zakenlieden in de kledingbranche met een warm hart voor de club lieten fikse bedragen achter op Het Kasteel in een tijd dat nog nooit iemand van het woord sponsoring had gehoord.

Het vergaat Sparta de laatste decennia veel minder. Het gevolg van een nijpend tekort aan inkomsten. Te weinig toeschouwers in de jaren zeventig en tachtig, terwijl een stadion met een capaciteit van 12.000 toeschouwers niet toereikend is voor voldoende inkomsten. De talenten kwamen nog wel door, maar slechts mondjesmaat. En ze moesten (en moeten nog steeds) vanwege gebrek aan financiën meteen weer worden verkocht. Kortom, Sparta was en is al jaren achtereen geen volwaardig opponent meer voor de club uit Zuid.

Het gevolg van onevenwichtige krachtsverhoudingen: de spanning is er vanaf. Geen voorverkoop meer die stormloopt, of opgewonden supporters, die wekenlang over niets anders spreken. 'Vroeger begonnen de mensen al op maandag over de derby. In de weken vooraf stonden de mensen in de rij bij de voorverkoopadressen. De kranten stonden vol met interviews van een Feyenoorder op de ene en een Spartaan op de andere dag. Soms tegelijk. Er werd een sfeertje gebouwd, waardoor iedereen in de stad ook met de dag naar die wedstrijd toeleefde. Maar het is nu gewoon een van de 34 wedstrijden, ook voor de buitenwereld', stelde Tinus Bosselaar al jaren geleden vast.

Ook daardoor is de rivaliteit tussen beide supportersgroepen veel minder dan voorheen. Die is tegenwoordig voorbehouden aan Feyenoord-Ajax. De klassieker heeft de rol van de derby overgenomen.