Wie woensdagavond in de kantine van Varkenoord stond, voelde meteen: hier gebeurt iets. Niet door politieke visies, die ontbraken volledig, maar door iets wat wel kwam opdagen: de supporters. De harde kern was er, herkenbaar, luid, betrokken. Voor mij voelde het bijna als een reünie. Zelfs de beruchte Misha van der Waard liet zich weer op zijn eigen onvervalste manier horen. Ik moest er stiekem om lachen.
Opmerkelijk hoe de rollen inmiddels zijn omgedraaid. De supporters, jarenlang bestempeld als halsstarrige tegenstanders van verandering, staan nu pal achter renovatie. Terwijl juist de voorstanders van het nieuwe stadionproject nu mordicus tegen zijn. Rotterdam blijft verrassen.
Het nieuwe renovatieplan van De Kuip is een serieuze poging om de magie van het stadion te behouden en toekomst te bieden. De derde ring in de grond in plaats van de lucht: het was eigenlijk al jaren onvermijdelijk. De vier projecten die de architect De Ru presenteerde zijn helder, haalbaar en worden breed gedragen. Supporters voelen het, ondernemers voelen het.
Maar terwijl de stad vooruit wil, speelt er elders iets heel anders. Feyenoord en het stadion praten over het samenvoegen van 95% van de aandelen. ‘Eenwording’, heet het. Maar vanuit de directie en de commissarissen is dit niet het soort eenwording dat ontstaat uit liefde voor de club. Dat morele appel wordt wel gedaan op supporters die aandelen hebben, maar niet op de top van Feyenoord. Die zien vooral dollartekens. En als Feyenoord het stadion straks volledig in handen krijgt, is een lucratieve verkoop aan een buitenlandse investeerder binnen vijf jaar zo gebeurd. Sjeik erbij, strik erom: weg is-ie. Rotterdam mag dan toekijken.
Juist daarom is renovatie van de Kuip nu essentieel. Dit plan staat voor identiteit, voor continuïteit, voor het behoud van dat wat ons stadion uniek maakt. Het is geen spreadsheetoefening. Het is een keuze voor de ziel van de club en de stad.
Wat me gisteren het meest raakte, was niet wat er wél gebeurde, maar wat er juist ontbrak: de politiek. Ik had alle fracties uitgenodigd. Dit project heeft enorme impact op de toekomst van Rotterdam, op gebiedsontwikkeling, op economie, op trots. En toch bleef de raad op enkele fracties na thuis. Niet uit onwil, vermoed ik. Maar omdat dit college en deze raad vier jaar lang vastzaten in kortetermijndenken. Visie? Ambitie? Durf? Het waren zeldzame gasten.
Toch was er een lichtpuntje: de overtuiging dat deze stad toe is aan verandering. De verkiezingen komen eraan. Dat biedt een kans op een college dat wel vooruit durft te kijken. Een bestuur dat begrijpt dat De Kuip geen detail is, maar een fundament van Rotterdamse identiteit.
Want Feyenoord ís Rotterdam. Zeg de naam en je ziet de stad. Het is emotie, economie, imago en historie in een. En dan is het toch onbegrijpelijk dat we 500 miljoen euro uitgeven aan een Boymans-gebouw “omdat dat van de gemeente is”, maar niets over zouden hebben voor een stadion dat ons wereldwijd op de kaart zet. Dat is geen beleid, dat is kortzichtigheid.
De gemeente heeft hier een verantwoordelijkheid. Niet om te bepalen, maar om te steunen. Niet om eigenaar te worden, maar om ontwikkeling mogelijk te maken. De Kuip verdient dat. Rotterdam verdient dat.
En ik? Ik ga knokken om terug te komen in de raad. Omdat ik gisteravond zag wie er wel waren: de supporters. Zij verdedigen De Kuip al jaren. Nu is het aan de politiek om hetzelfde te doen.
Het is tijd om vooruit te kijken. Tijd om Rotterdam weer te laten dromen.