De rattenvanger van Oost

27 January 2025, 13:44 uur
Columns
mainImage

Omdat ik me voor mijn partij met buitenruimte bezig hou, praat ik regelmatig bij met een bejaarde partijgenoot, die in een wijkraad zit.

De wijkraden zijn de plekken, waar je je oren te luisteren moet leggen. Zij horen precies wat er mis gaat in hun wijk en de stad. Ze kunnen ons raadsleden wijzen op de problemen, die wij via de raad misschien kunnen oplossen.

Met mijn vriend praat ik het liefst in een gelegenheid waar een biertje geschonken wordt. Buiten koud, binnen lekker warm, biertje met een jonge jenever erbij (kopstootje) een gemoedelijke sfeer en hij brandt los.

Ik begin meestal met de vraag: “Hoe is het met de tegels?” en weet dan dat hij gaat zeggen: “Wat denk je zelf?” Hij klaagt al bijna tweeëneenhalf jaar over een volslagen overbodige tegelvloer in een parkje. Die wordt niet opgeruimd, omdat het opruimen een onderdeel is van veel grotere plannen is hem verteld. In theorie wordt het fantastisch, maar er is nog geen spa in de grond gezet.

Dan heb ik hem precies, waar ik hem wil hebben. Borreltje en een beetje boos.  “Kijk, die wijkraden zouden kunnen werken, maar op een geraffineerde manier hebben ze van de leden een soort verlengstuk van de ambtenarij gemaakt, niet van de burgers. Kost klauwen vol geld en wat is het rendement? Eén wandeling door een wijk zegt al voldoende. Daarbij hebben de mensen die ons gekozen hebben net als wij veel te hoge verwachtingen. Het werkt heel frustrerend als ze zeggen dat ze al heel lang wachten op de oplossing van het probleem dat ze aangedragen hebben. Ondertussen vergaderen wij door. Soms met de gemeentelijke diensten, sorry clusters, meestal niet”.  

Het vervelende is, dat ik die klacht meer hoor als ik wijkraadsleden ontmoet: de ondersteuning is prima, maar die vechten soms ook tegen de bierkaai.

Als mijn vriend zijn tweede kopstootje heeft weggewerkt zegt hij zuchtend: “Wij hebben nu ineens  een mobiliteitsmanager. Wij van de wijkraad kennen haar nog niet en zijn ook niet gekend in haar aanstelling. Uit de krant bleek, dat ze ongeveer hetzelfde gaat doen als de wijkraad. Problemen constateren. Misschien kan zij ze wel oplossen?”

Nu weet ik dat in de wijken meerdere mensen werkzaam zijn. De wijkmanager, de wijknetwerker, de wijkconciërge, een wijkcoördinator en daarnaast nog een flink aantal medewerkers van stichtingen, die het sociale werk verzorgen. Je zou bijna denken geef al die wijkmedewerkers een bijscholingscursus en het onderwijzerstekort bij het basisonderwijs is opgelost.

Op dit moment heerst dankzij de Partij voor de Dieren en Groen Links in heel Rotterdam Oost een rattenplaag. Mensen gooien vaak voedsel op straat en langs de singels. Ik heb het probleem al eerder aangekaart en gepleit voor een “rattenhotel” zoals in Capelle wordt gebruikt.

Een bewoner klaagde bij me. Hij ziet regelmatig ratten in zijn tuin en zelfs in zijn kruipkelder. De bestrijdingsdienst twijfelde aan zijn verhaal, maar plaatste toch een paar klemmen. Binnen een dag was er het bewijs. In het verleden werd er gif gebruikt en de ratten verdwenen. Nu moet het dus diervriendelijk gedaan worden. De buurtkatten mogen jonge ratten langzaam doodspelen en oudere ratten zo verwonden, dat die pas na een paar dagen verdwijnen. Omdat het probleem ooit opgelost was (gif) bestaat de kans dat toekomstige problemen kunnen leiden tot schadeclaims bij de gemeente. Leg ze dan bij de dierenpartijen neer zou ik zeggen.

Toen ik het met mijn vriend besprak, kwam hij plotseling met de oplossing.

Misschien hebben we in onze wijk ook een rattencoördinator of rattenmanager nodig. Die noemen we dan “de rattenvanger van Oost!”