Een ode aan de auto in Rotterdam

31 December 2021, 17:54 uur
Columns
mainImage

Je wordt een dagje ouder, je reactievermogen gaat een ietsie pietsie achteruit en het is tegenwoordig ook wel verdomd druk op de weg. Gelukkig, die enorme haast zoals je vroeger altijd had is ook wat tanende. Het zal jouw tijd wel duren.

Omdat je ook niet meer elke dag persé de weg op hoeft voor je werk staat die mooie bolide van je vaak blinkend te stralen voor je deur. Want poetsen doe je dat immense bezit natuurlijk nog wel frequent. Niet altijd meer met de hand maar een automatisch sopje van de wasstraat streelt nog regelmatig de lak van je motorkap.

Eigenlijk zou je een maatje kleiner kunnen gaan rijden want de kinderen zijn allang de deur uit, de wekelijkse boodschappen zijn ook geen tassen vol meer en zoveel ruimte is er niet meer nodig zo met z’n tweetjes. Maar het is onmogelijk om afscheid te nemen van die wagen. Die auto belichaamt een alweer ver achter ons liggende periode van welvaart en welzijn.

De jaren zestig, zeventig en tachtig waren in Nederland de jaren van een buitengewoon stevig groeiende welvaart. Het trauma van de Tweede Wereldoorlog lag een generatie achter ons en steeds meer mensen konden zich een auto veroorloven. Alle lagen van de bevolking kregen de mogelijkheid een automobiel aan te schaffen. In eerste instantie was de auto bedoeld om een dagje mee uit te rijden te gaan. Toertochten als bedrijfsuitstapjes waren bijzonder trending.

Autootjes kijken langs de weg

En natuurlijk autootjes kijken langs de kant van de weg onder het genot van het weghappen van de zelfgesmeerde boterhammen en het drinken van een lauw bakkie koffie uit de meegebrachte thermoskan. Wegrestaurants kenden wij nog helemaal niet in die tijd. Het zogenaamde bermtoerisme vierde hoogtij en een groter genot van ontspanning kende de gewone man en vrouw niet in de jaren zestig. Vanwege het grote gevaar dat het toch met zich meebracht werd rond 1965 het parkeren in de berm naast rijkswegen verboden.

Wij koesterden in die jaren onze rijtuigen als een heilige koe. Zaterdagmiddag waren de Nederlandse straten een toon- en geurbeeld van mannen en kinderen die met water, veel sop en oude lappen al die statusblikken zo glimmend oppoetsten dat je jezelf erin kon spiegelen. Een traditie die jarenlang het straatbeeld en de sociale cohesie van de buurt typeerde.

Ja die auto is alleen al daarom vooral voor de oudere mensen onder ons van wezenlijk belang.

De auto vertegenwoordigde een welvaart die de jongeren van tegenwoordig zich niet kunnen voorstellen. Op je 18de je rijbewijs halen en dan sparen, niet als eerste voor je uitzet om te trouwen maar wel om je eerste barrel te kunnen kopen.

Waar in 1950 er nog minder dan 150.000 auto’s waren, vervijfvoudigd het autobezit in de jaren zestig en zijn er in 1970 bijna 2,5 miljoen auto’s op de weg. En al is tegenwoordig de auto allang geen statussymbool meer zie je toch dat het gemak de mens dient, want in 1990 is het autobezit nogmaals verdubbeld tot boven de 5 miljoen auto’s en in 2018 rijden er al meer dan 8 miljoen blikken op de weg bijna 1 op de 2 mensen.

Verlaten in de tram, bus of Metro

Een indrukwekkende ontwikkeling die aantoont dat tot op de dag van vandaag de auto een kostbaar en statusgevoelig bezit blijft van de gewone man en vrouw. Maar ook de rijkere inwoners van ons land laten zich er graag op voorstaan een mooie slee te rijden. Het geeft ons een gevoel van vrijheid, een gevoel van weelde en rijkdom.

Dat beeld wordt overigens nog eens extra versterkt door het achterblijven van alternatieven voor de auto, het verbeteren van het openbaar vervoer. In plaats van meer OV wordt het steeds minder OV en dat terwijl de hoeveelheid mensen gestaag blijft groeien.

Het aantal opstappunten van de meest flexibele vorm van openbaar vervoer, de bussen loopt terug. Ook het aantal malen dat ze langskomen is tanende. En waar begin deze eeuw gegarandeerd minimaal nog één conducteur én een controleur nog met ons meereisde, zitten onze ouderen nu vaak alleen en verlaten in de metro en de tram. En als klap op de vuurpijl voor dat alles moet ook nog vaak stevig betaald worden.

Het wordt ouderen niet aantrekkelijk gemaakt

Nee het wordt niemand, maar vooral onze ouderen die vaak minder goed ter been zijn, die toch wat voorzichtiger zijn om s’avonds het Openbaar Vervoer te pakken, die door inflatie en achtergebleven indexatie financieel ook slechter bij kas zitten, aantrekkelijk gemaakt om dat stukje geluk en bezit voor onze deur te laten staan of zelfs om weg te doen. 

Natuurlijk veranderingen zijn van alle tijden en ook het ontwikkelen van nieuwe tradities is niets mis mee. Proberen het autoverkeer in onze drukke stad te verminderen is goed voor de veiligheid, de rust en de gezondheid van de mensen. En dus waren de Rotterdamse verkeersexperimenten van dit college geboren. De Maastunnelcorridor was het eerste experiment. De maatregelen bij de Erasmusbrug volgde in rap tempo en ook het afsluiten van de Nieuwe Binnenweg ter hoogte van het Kruisplein en Eendrachtsplein om het sluipverkeer in het Oude Westen tegen te gaan was een volgend experiment.

Het college voerde in een razend tempo de zogenaamde mobiliteitstransitie in. Maar zo snel als de omslag van de verkeersroutes plaatsvond zo langzaam ging het verkeer als gevolg van die veranderingen rijden. 2021 zal de boeken in gaan als het jaar van de verkeersexperimenten maar zal ook het jaar worden van de vele files en een nog grotere irritatie in de stad.

Stop die verkeersexperimenten

Duidelijk is dat de manier waarop dit college geleidelijk aan de mensen uit hun auto wil jagen volkomen verkeerd uitpakt. De auto is heilig, zeker voor ons ouderen. Niet voor niets zaten we uren langs de eerste snelwegen naar die eerste glanzende bolides te staren. Niet voor niets keken we reikhalzend uit naar de toertochten op zaterdag.

De auto is het symbool van vrijheid en rijkdom geworden. Dat laten wij ons niet zomaar afpakken, zeker niet omdat er geen alternatief wordt aangeboden anders dan in de file staan in onze stad. Dit college zou toch ondertussen na vier jaar vanuit hun bubbel, hun ivoren toren beter moeten weten. ‘Die wind zaait zal storm oogsten’.

Dus stop met die verkeersexperimenten en ga inzetten op een fijnmazig openbaar vervoer met een hoge frequentie waar de mensen veilig en goedkoop mee door de stad kunnen razen.