Eénheidsworst met hier en daar een hard stukje

31 January 2022, 16:58 uur
Columns
mainImage

Als het nodig is, kan ik mateloos irritant zijn. Ooit verleidde ik een fractievoorzitter me eikel te noemen in een raadsvergadering. Een wapenfeit waar ik nog steeds met groot genoegen op terugkijk. Ook omdat mijn collega door de burgemeester op zijn vingers werd getikt en ik kon zeggen, dat ik pas boos zou worden als hij me een compliment gaf.

Toen ik net de politieke arena wilde betreden zag ik op de markt iemand staan met een bord waarop stond “PvdA tegen armoede.” Ik stapte op hem af en vroeg: “Kent u iemand die voor armoede is?” Hij keek me met een vraagtekengezicht aan en vroeg: “Waarom vraagt u dat?” Ik wees naar een ander bord en herhaalde mijn vorige vraag:” Kent u dan misschien iemand die tegen beter onderwijs is?”  Verbaasd verzuchtte de aangesprokene: “Ik begrijp u niet.” Hij bleef beleefd, omdat hij in mij een potentiële kiezer zag. “Ik vind die borden nogal obligaat” zei ik: “Het onderscheidt uw partij niet van de andere partijen op deze markt. Trouwens van helemaal niemand met gezond verstand. U schrijft eigenlijk dat uw partij niets origineels kan brengen en alleen op de winkel wil passen. Ik wil weten waarmee u zich onderscheidt van anderen partijen?”

“Nou met armoede bestrijding en beter onderwijs natuurlijk” kreeg ik als antwoord. “Maar u bestuurt de stad al sinds de Tweede Wereldoorlog, dus u kunt dit al decennia doen. Daarbij zijn armoedebeleid en beter onderwijs eigenlijk het “pakkiean” van Den Haag en niet zo zeer van de gemeente“

In de tussentijd hadden mijn partijgenoten onze kraam opgebouwd, waar het portret van onze toenmalige lijstrekker Pim Fortuyn een dominante positie kreeg. “Ik ga nu naar onze eigen plek” kondigde ik aan. Hij keek en zei: “Oh ben je er zo één.”

“Ja, zeker” antwoordde ik. ''Trouwens wat bedoelt u met zo één?”
Hij: “Laat maar.” Ik:”
''Nee dat laat ik niet, wat bedoelt u?”
Hij: “Je leest de kranten toch?”
“Ja, en daar lees ik al jaren in dat u niets bijzonders met armoedebestrijding en het onderwijs doet. Wij doen wel iets, dat ons onderscheidt van uw club. Wij spreken namelijk de waarheid over de problemen in onze stad. Let maar op” zei ik en riep met een aantal folders in mijn hand: “Pim Fortuyn, Leefbaar Rotterdam, Pim Fortuyn” Voorbijgangers hielden in en pakten de folders en sommigen vroegen of ze er een paar kregen ”voor de buren”. Verbijsterd keek mijn politieke opponent toe.

Waarschijnlijk heeft hij het nu nog niet door.

Rotterdam als springplank

Toen we eenmaal in de raad zaten nam ik het op me om de partijprogramma’s van de andere partijen te bestuderen. Ik doe dat tot op de dag van vandaag. Heel verhelderend en vaak dodelijk, want je kon repliek vaak beginnen met de frase: ”In uw eigen verkiezingsprogramma staat dat……”

Van de partijen, die zo terecht kartelpartijen genoemd worden als je hun collegevorming in Rotterdam en Barendrecht ziet, is het programma vaak een slap aftreksel van de landelijke partijen. Logisch de meeste lokale politici uit die partijen hebben hun zinnen gezet op Den Haag en kijken met een schuin oog naar de partijbonzen aldaar: Rotterdam is hun springplank.

Leukst was Nida, origineel en opmerkelijk eerlijk. Tussen de regels schemerde de sharia door. Zogenaamd voor alle gezindten, maar die moesten dan wel de Koran als leidraad accepteren.

Denk, de Turkse “eigen volk eerst partij” is al veel minder duidelijk. Klik je op “gemeenteraadverkiezingen” dan krijg je die drie landelijke “laatikhetnetjeshouden” te zien. In hun voorstellen (bah, alcohol) zien we ook al de voorschriften van hun profeet doordringen.

Andere duidelijke partij is de SP, waar men elkaar met “kameraad” aanspreekt; mooi toch, die eerlijkheid? Het leukste is dat ze zich honderd procent marxistisch mogen noemen, want het eeuwenlange kenmerk van die partijen is de voortdurende onderlinge strijd.

FvD heeft natuurlijk ook een opvallend standpunt, maar wat willen ze als ondanks hun tegenwerking de pandemie voorbij is? Als het gerucht over hun lijsttrekker juist is, weet ik wat ze willen. Ik weet ook dat ze dat niet zullen zeggen.

Over het programma van mijn partij Leefbaar Rotterdam – ik heb er niet aan meegeschreven - kan ik zeggen: het is 100% Rotterdams.