Expected Goals en andere gekkigheid

23 November 2023, 06:00 uur
Columns
mainImage

Op drie momenten in een voetbalwedstrijd – de rust uitgezonderd – mogen we tegenwoordig in totaal vijf spelers wisselen, en in een eventuele verlenging nog een zesde. De doeltrap hoeft niet meer tot buiten het strafschopgebied te worden geschoten. En de aftrap mag naar achteren. Dat zijn zo’n beetje de bekendste wijzigingen in de spelregels die ons voetbal niet zo lang geleden heeft ondergaan. Nu nog die achterlijke inworp vervangen door een intrap. Drie corners pinantie zou ook niet verkeerd zijn. En uiteraard bij de amateurs de buitenspelregel geheel afschaffen – de belangrijkste oorzaak van veel misverstanden en ruzies met de arbitrage en daaruit voortvloeiende strafzaken – maar dat zal nog wel een paar decennia duren.

Denk je dat je er bent wat moderniteiten betreft, duikt opeens het fenomeen xG op. Geleerden hebben becijferd dat we niet meer buiten xG kunnen. Het is een afkorting van expected en goals, en drukt de numerieke kans uit dat een doelpoging leidt tot een doelpunt. Essentieel is de plek op het speelveld waar de bal vandaan komt. Een schot binnen de zestien heeft een hogere xG-waarde dan een vrije trap van tien meter daarbuiten. Wanneer je die xG’s die je als team in een wedstrijd verdient optelt, dan… eh… ja, wat dan eigenlijk? Krijg je er punten voor? Geld misschien? Kun je er degradatie mee ontlopen? Europees voetbal halen?

Nee, niets van dat alles, xG geeft slechts weer dat je de richting van het vijandelijke doel hebt kunnen vinden. Het is hooguit een variant op de cornerverhouding die wijlen Ir. Ad van Emmenes als verslaggever introduceerde en die deed vermoeden dat het ene elftal meer in de aanval was dan het andere. Niet dat de ene partij dan ook automatisch de wedstrijd won, integendeel vaak. Maar het zei iets over, ook zo’n mooi woord, de veldverhouding.

Expected Goals, xG kortom, is een monster zonder waarde. Stelt niets voor, is garnering, etalagemateriaal, opsmuk. Bedacht door theoretici die niet weten hoeveel kanten een bal heeft. Maar die zich in de handen wrijven omdat het naïeve voetbaljournaille het collectief omarmt. En braaf overneemt dat een schot binnen het strafschopgebied altijd een hogere xG heeft dan bijvoorbeeld een schot van een meter of dertig. Alsof we dat niet zelf kunnen concluderen. Aldus verwerkt het xG-model duizenden soortgelijke schoten en kent ze een waarde toe – en nu komt het, gaat u er even voor zitten, dit is echt hogeschoolinformatica – tussen nul (geen doelpunt) en één (doelpunt). Alles wordt opgeteld om aan het eind van de wedstrijd de totale xG-waarde van het team te kunnen bepalen.

Wat een gekkigheid toch allemaal. Ik ben van de marketing en de daaraan gekoppelde overdrijving, maar dit gaat zelfs mij te ver. De xG-bedenkers beweren dat de fans er bijzonder in geïnteresseerd zijn, omdat ze, ik citeer, ‘een veel dieper inzicht in het spel’ willen krijgen. "Het werkt geweldig, vooral als we toekomstige gebeurtenissen proberen te voorspellen. Dit is de grootste kracht van xG", meldt in een persbericht Jakub Dobiáš, de trotse bedenker van die lulkoek en tevens oprichter van het Tsjechische bedrijf 11Hacks dat zich specialiseert in voetbalgegevensanalyse. Dobiáš, die naam ken ik nog uit eind jaren zestig. Ajax voetbalde voor de Europa Cup I tegen Spartak Trnava. Beste speler van het veld was rechtsback Karol Dobiáš, die – ik heb het knipsel nog – volgens het Algemeen Dagblad voor Feijenoord (met een ij) had getekend. De geschiedenis leert dat die transfer nooit heeft plaats gevonden. En xG, gaat dat fenomeen dan wél een glansrijke toekomst tegemoet? Nee, natuurlijk niet. Iedere zichzelf respecterende voetballiefhebber realiseert zich dat xG maar op één plaats thuishoort. De prullenmand.