Geen gezeik in de wijk, geen terreur voor de deur

30 September 2022, 16:39 uur
Columns
mainImage

Er was eens een boot, er was eens een raad, er was eens een tweedaagse.
We hebben gesproken over heel veel, en over heel veel waren we en zijn we het ook de komende jaren niet eens.
Toch was er één gemene deler; we zeiden als raadsleden van Rotterdam allemaal volmondig dat we het deze raadsperiode goed zouden doen, beter. We zouden korter vergaderen, daadkrachtiger, saamhorigheid tonen en vooral het nut en de noodzaak voor de burger continue in acht nemen.

Waarom agenderen we zaken? Waarom interrumperen wij collega’s tot vervelens toe met geneuzel, voeren we semantische discussies, praten we een uur lang of iets überhaupt wel geagendeerd moet worden, en maken we zoveel zaken politiek?

Wat moet de burger – de enkeling die wel naar de raadsvergaderingen kijkt - hiervan denken? Bestaat eigenlijk wel het besef dat wij, als raadsleden, grootaandeelhouders zijn in de afstand die we hebben tot de Rotterdammer?

Wat kunnen wij na een dag in de Raadzaal onze buurman of buurvrouw dan wel ons neefje of nichtje op een verjaardag over wat we deze week bereikt hebben?

Tot mijn grote schaamte en ontsteltenis heb ik vaak geen antwoord.

Daarom gun ik de gemeenteraad elke vergadering weer een moment van bezinning; zijn we bezig onze collega’s raadsleden uit rancune de les te lezen, zijn we onszelf aan het profileren of doen onze woorden er echt toe en doen we het waarvoor we hier zitten?

Vandaar het volgende, in de hoop wel iets te bereiken.

Enkele weken geleden hebben we in de commissie gesproken over het jaarverslag Ondermijnende Criminaliteit en bestuurlijke handhaving. Het stemde me gerust om te horen dat artikel 138aa van het Wetboek van Strafrecht, ingegaan op 1 januari jongstleden, door de Rotterdamse driehoek wordt gezien als een passend sluitstuk in de aanpak van uithalers.
In deze vergadering is gesproken over de uitgedeelde straffen, waarbij opvallend was dat first offenders niet meer dan een taakstraf hebben gekregen. De driehoek ziet dat liever anders. Mede daarom lopen er hoger beroepen in een twintigtal zaken.

En daarin kan Leefbaar de driehoek de hand schudden. Leefbaar Rotterdam juicht dit toe.

Dit probleem is meer dan een drugsdeal. Dit gaat om veelal jonge mensen, benaderd op straat, om een ander carrièrepad op te gaan dan dat wat als Rotterdam voor hen voor ogen hebben. Wij willen onze jongeren een baan bieden, eerlijk geld laten verdienen en buiten de criminaliteit houden. Deze wet gaat over de toekomst van onze jongeren. Deze wet moet afschrikken, moet het geweld en de absurde praktijken stoppen en voorkomen.

Maar gebeurt dat met deze wet?

Uit de jurisprudentie moet eerdergenoemde nog blijken en om die reden vragen wij om grip op de zaak te houden. Voor onze jeugd, voor hun toekomst, maar ook voor onze veiligheid. Want waar een drug is, is gezeik en wij willen geen gezeik in de wijk en geen terreur voor deur.