Generaliseren mag alleen vanuit een subcultuur

15 May 2020, 11:51 uur
Columns
mainImage

De discussie over de 4 mei speech van Grunberg spitst zich toe of er wel of niet gegeneraliseerd mag worden. Generalisaties leiden tot vooroordelen en daardoor kan je iemand, die duidelijk afkomstig is uit een bepaalde groep, al voordat hij/zij iets gedaan heeft beoordelen.  

Dat hoeft niet persé negatief te zijn. Mijn ervaring met Tsjechen is buitengewoon positief, dus ik zal iemand met de Tsjechische nationaliteit altijd het voordeel van de twijfel geven.

Het kan ook anders zijn. Een heel erg goeie kennis van me (gek op Tsjechen) woont en werkt in onze stad met vele nationaliteiten, religies en culturen. Vaak kan je afkomst niet aan uiterlijk aflezen, maar dat gaat niet altijd op. Een Zuid-Amerikaanse Indiaan is vrij makkelijk te herkennen, een Noord-Afrikaan, een Chinees en een Hindoestaan ook. 

Die hele goeie kennis van me heeft jaren gewerkt in het centrum van de stad. Op zijn werk, waar meer dan zestig geregistreerde nationaliteiten aanwezig waren, viel een bepaalde nationaliteit heel negatief op. Brandstichting, bedreiging met een vuurwapen, aanranding, belediging, diefstal en geweldpleging. Dat alles meestal in groepsverband en met slachtoffers buiten de eigen kring.

Die hele goeie kennis heeft twee zoons en twee schoondochters. Beide zoons zijn aangevallen door mensen uit diezelfde bevolkingsgroep, omdat ze beledigingen naar hun vriendin niet pikten. Eén van zijn schoondochters is op jonge leeftijd in een zwembad aangerand door eenzelfde groep.

Van de zes leden uit die familie hebben er dus vier uitgesproken negatieve ervaringen. Mag die hele goeie kennis nu een vooroordeel over die groep hebben? Is hier sprake van een door ervaring gefundeerd oordeel of een op politieke gronden gebaseerd vooroordeel?

Schrijnend groepsgedrag

Die goeie kennis is half afgestudeerd sociaal wetenschapper, dus hij ging op zoek naar een verklaring voor dat schrijnende groepsgedrag.

Hij kwam al snel tot de conclusie dat binnen de door hem onderzochte bevolkingsgroep grote vooroordelen jegens andersdenkenden zijn, die met de religieuze en culturele paplepels worden ingegoten. Die vooroordelen leidden zijns inziens tot vergoelijken van crimineel gedrag jegens andersdenkenden en het veroordelen van andere culturele gebruiken. Geweld tegen homo’s is stoer. Joden worden geminacht. Meisjes met westerse kleding worden als hoeren bestempeld: er bestaat in die groep zelfs een woord voor: kech. Net als een woord bestaat voor een leugen tegen iemand met een andere religie (takiyya).  

Binnen die groep worden vrouwen als tweederangs beschouwd, maar de vrouwen zitten daar niet mee. Zij voelen zich vanuit de culturele achtergrond verheven boven andere vrouwen; ze zijn tevreden met plek twee. Dat wordt hun verteld en dat laten ze graag aan hun kleding zien. Sterker nog er bestaat een sterke sociale controle op het dragen van dat kledingstuk. In feite bestaat er dus een subcultuur of parallelle samenleving die afwerend en zelfs vijandig staat tegenover de rest van de samenleving.

Nestbevuiling

Natuurlijk kent mijn hele goeie kennis ook representanten van de groep, die zich niet negatief opstellen en die zich hebben losgemaakt en wel zijn geïntegreerd, maar volgens het CBS is dat een minderheid. Een minderheid, die overigens zelden kritiek uit op de meerderheid die zich niet gedraagt. In die cultuur wordt dat als nestbevuiling gezien en dat is erger dan de waarheid vertellen. Bovendien is in het land van herkomst nog familie, die niet in gevaar mag worden gebracht.

Die hele goeie kennis heeft bovenstaande probleem ooit met anderen aan de kaak gesteld en merkte tot zijn verbijstering, dat ze daarna zelf het slachtoffer werden van generalisaties en vooroordelen: er werd zelfs extreem geweld gebruikt. Juist door mensen die zich tegen generalisaties en vooroordelen uitspraken.

Mijn vrienden en bekenden weten ondertussen wie die hele goeie kennis van me is.* De mensen die zich zo misdragen zijn volgens Grunberg afkomstig uit de Joodse groep in ons land.

 

* Julius Caesar was de eerste die over zichzelf schreef in de derde persoon enkelvoud.

p.s. Heel toegankelijke lectuur over bovenstaande zijn de boeken.
Afri. Jetta Chorus. 2010
Ik was één van hen. Maarten Zeegers. 2016.