Twee jaar geleden was het recht op huisvesting het middelpunt van politiek Rotterdam. Toen zette de rechter een streep door het plan van Vestia om bewoners van de Tweebosbuurt uit hun huizen te zetten. ‘Herstructurering’ bleek onvoldoende juridische grondslag om dat te doen. Goed dat de rechtspraak dit doorzag. De bewoners mochten lekker in hun woningen blijven zitten.
Wellicht belangwekkender was de duchtige berisping aan het adres van Vestia, in het vonnis van 10 januari 2020. “Vestia heeft er in deze zaak onvoldoende blijk van gegeven dat het grondrecht op huisvesting (artikel 22 aanhef en lid 2 Grondwet) voor alle bewoners van de Tweebosbuurt in het bijzonder en voor alle personen met een smalle beurs in het algemeen voldoende is gewaarborgd. Dat recht staat onder druk.” Zo. Zit geen woord Spaans bij.
Wat is dat eigenlijk, recht op huisvesting? De overheid heeft als plicht voldoende woongelegenheid te bieden aan de mensen. Bij voorkeur zijn er genoeg góéde woningen, de reden ook voor de komst van een heuse Woningwet begin twintigste eeuw. Die woningen zijn niet afdwingbaar, dat is het rottige. Voor het recht op huisvesting moet je knokken.
Voor mij is dat recht trouwens méér dan een huisje voor elk. Bijvoorbeeld dat je nooit bang hoeft te zijn dat je ooit dakloos wordt. Dat je je nooit ontheemd hoeft te voelen in eigen stad, verweesd en met je ziel onder de arm. Of dat het recht voor de één niet inwisselbaar is voor het recht van de ander. Als sommigen hun woondroom noodgedwongen elders waar moeten maken, dan is dat uiteraard jammer. Maar die kúnnen tenminste nog ergens terecht. Van zulke kwalitatieve afwegingen (ik wil groter, duurder, hoger) dromen al die andere Rotterdammers.
Onze vrijheid stopt waar die van anderen begint. Een liberaal principe, net zoals het recht op huisvesting. Want vrijheid en recht zijn twee kanten van dezelfde medaille. Recht gééft vrijheid, zoals de Verenigde Naties ook stellen in hun uitleg van het recht op huisvesting. Je bent pas écht rechthebbend als je vrij bent van gedwongen verhuizing, willekeurige sloop van je huis, willekeurige inbreuk op je persoonlijke levenssfeer en als je de vrijheid hebt te kunnen kiezen waar je wilt wonen. Wederom geen woord Spaans.
Hoorcollege
Een hoorcollege rechtsgeleerdheid zou hier niet misstaan. Het begint natuurlijk met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, die huisvesting ziet als onderdeel van een adequate levensstandaard. Dan zijn er ook nog eens het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, het Europees Sociaal Handvest en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens die allemaal uitweiden over het recht op huisvesting. Oja, het College voor de Rechten van de Mens vindt er ook wat van. Zij ziet huisvesting als een fundamenteel recht, niet als handelswaar.
Terug naar Tweebos, wat overigens straks niet meer kan. Want de Tweebosstraat en de De La Reystraat heten straks anders, de beeldbepalende bomen aan de Hilledijk worden gekapt en de dijk wordt doorbroken naar de nieuwbouw aan de Laan op Zuid. In de Tweebosbuurt zijn de bewoners uiteindelijk kapotgeprocedeerd door Vestia. Die eerste zijn murw gebeukt door de vele aanmaningen en procedures, als niet door stress en ziektelast als gevolg van de sloopplannen. Vestia daarentegen heeft diepe zakken, een lange adem en de gemeente Rotterdam als achtervang voor bestuurlijke legitimiteit. Wat ook helpt: ze worden niet geremd door teveel kennis over het recht op huisvesting.
De wooncrisis wordt in onze stad verergerd door uitgekookt beleid. Maar het is treurig dat niet alleen de woningmarkt in crisis is. Ook onze rechten hebben een zware tijd. In Nederland hebben we geen constitutioneel hof. We ontberen een huis van Vrouwe Justitia waarin beleid wordt getoetst aan de Grondwet. Zoals de Woonvisie Rotterdam 2030.
Soms zijn zelfs rechten dakloos.