Ik mis de ontspannen houding van de gezagdrager

20 August 2020, 15:28 uur
Columns
mainImage

Jongeren en politie. Het botert niet.

Aan het (bijna) einde van mijn heerlijke vakantie lees ik verontrustende berichten over relletjes in de Afrikaanderwijk op mijn geliefde Zuid.

Jongeren zeggen dat de politie en de BOA’s onredelijk hard optreden en weinig tot geen compassie tonen.

Bij de politie bespeur ik al langere tijd een behoefte om hard op te treden in de hoop daarmee de gezagscrisis die in hun ogen is ontstaan te overwinnen.

“De brutale jongeren die geen enkel respect tonen voor de politie en de BOA’s moeten hard worden aangepakt.”

Ik hoor die geluiden natuurlijk ook buiten de politie. Met name ouderen vinden de politie vaak “watjes”.

In de politiek roept vooral de rechterzijde om meer bewapening voor de BOA’s en harder optreden van de politie. In de linkerhoek toont men steeds meer aan dat de politie en BOA’s bevooroordeeld zijn over groepen mensen en daardoor eerder geneigd is tot buitenproportioneel geweld.

In de gemeenteraad heb ik mijn zorg uitgesproken over de angst die ik zie in de ogen van de agenten. Ik mis de ontspannen houding van de gezagdrager. Mijn vraag is hoe daar bij de politie op wordt gestuurd?

Mijn waarneming is dat men elkaar nu loopt op te jutten. De cultuur bij de politie is te veel op zichzelf gericht tegen de boze onvoorspelbare buitenwereld. De houding naar buiten is daarom angstig en onzeker. Vroeger noemden we dat “angstbijtertjes” en die zijn het gevaarlijkst.

De acties van de jongeren zie ik dan ook als een reactie op die houding.

De kloof die is ontstaan wordt mijns inziens niet overbrugd door nog harder op elkaar in te slaan. Ze moeten elkaar geen “brandstof” meer geven om het vuur van de haat nog harder te laten branden. Gezag en vertrouwen kun je namelijk ook verdienen zonder je positie in te leveren.

De competentie wijsheid staat natuurlijk niet in de functiebeschrijving van de agenten. Wijsheid is de basis van het gezag waar zoveel behoefte aan is. Bij zowel links als rechts.

Hoe gaan we om met de ervaren dreiging en de onvoorspelbaarheid van gedrag? Hoe gaan we om met de filmpjes op YouTube en de hetze op social media? Is de ontwikkeling in de samenleving niet net zo bedreigend als cybercrime?

Aan de slag zou ik zeggen.