Afgelopen week werd in het Tweede Kamerdebat naar aanleiding van de rellen in onze hoofdstad het thema ‘integratie’ weer eens van stal gehaald. Het veelvuldige gebruik van dat woord, in relatie tot Nederlanders met een Islamitische achtergrond, raakt veel van mijn stad- en landgenoten recht in het hart. En ik begrijp dat.
Onder het mom van het ‘benoemen’ van de problemen, buitelden de politici over elkaar heen om vooral maar niet het verwijt te krijgen maatschappelijke problemen niet te durven benoemen. Dus werd ‘het probleem’ benoemd: vooral Islamitische jongeren onderschrijven ‘onze waarden’ niet of onvoldoende en zijn onvoldoende geïntegreerd. Wat mij betreft een polariserende, eenzijdige en onnodig grievende conclusie.
(1) Polariserend omdat een eigenschap van het zogenaamd ‘benoemen van problemen’ is dat het meestal als niet te onderschatten bij-effect heeft dat je een hele groep mensen over één kam scheert en daarmee iedereen die tot die groep behoort verdacht maakt of de oorzaak van een probleem toedicht. Bovendien is de angst voor het onbenoemd laten een beetje vreemd, want sinds de opkomst van Fortuyn aan het begin van deze eeuw is het benoemen van problemen gemeengoed geworden in de politiek. Er wordt eerder teveel dan te weinig benoemd.
(2) Eenzijdig omdat de hooligans van Maccabi bekend staan als extreemrechts, neo-zionistisch en anti-Islam. De entree van de Maccabi-hooligans in Amsterdam ging dan ook gepaard met anti-Arabische en racistische leuzen, het van gevels aftrekken van Palestijnse vlaggen en het belagen van taxichauffeurs. Dus hoe verachtelijk en verwerpelijk de ontketende jodenjacht ook is en hoezeer die ook verworpen en bestreden moet worden, het begon bij de gewelddadige entree van de Maccabi-hooligans en dat werd niet of nauwelijks meegewogen in de Tweede Kamer.
(3) Dat brengt me tenslotte bij het onnodig grievende. De afgelopen dagen hoor en lees ik het verdriet, de angst en de boosheid van doodnormale 100% Nederlanders met een Islamitische achtergrond. Zij voelen zich rechtstreeks in het hart geraakt door de hernieuwde politieke discussie over integratie, terwijl oorzaak en gevolg van de rellen nog helemaal niet compleet in beeld waren en er overduidelijk twee kampen waren.
Mijn voorlopige analyse is dat een beruchte groep hooligans van een Israëlische voetbalclub onze hoofdstad bezocht en het aan de stok kreeg met gewelddadige jongeren met een Islamitische achtergrond tegen het decor van het opgelaaide gruwelijke geweld in het Midden-Oosten. Niet goed te praten, ook niet te relativeren, maar mijns inziens wel de wérkelijke oorzaak: het Midden-Oosten conflict wordt ontegenzeggelijk geïmporteerd in ons land.
Dáár had de politieke discussie over moeten gaan.
Veelal buiten het zicht van politiek en media is al langer aandacht voor dit reële risico. Bijvoorbeeld aan de ‘Vredestafels’ die georganiseerd worden door het Platform Levensbeschouwelijke en Religieuze organisaties Rotterdam (Platform L&R). Aan deze tafels wordt daadwerkelijk gewerkt aan het zoveel mogelijk voorkomen en wegnemen van het importeren van het conflict in Rotterdamse straten. Heel simpel door in gesprek te gaan met elkaar. Een gesprek tussen geïnteresseerde voorbijgangers en Levensbeschouwelijke en Religieuze leiders en voorgangers van allerlei gezindten. Zie ook hun verklaring en oproep ‘Wij beschermen elkaar’ daags na de rellen.
Dáár had aandacht voor moeten zijn.
Dit soort initiatieven en al die mensen die jarenlang oprecht werk hebben gemaakt van integratie op basis van diversiteit, wederkerigheid en tolerantie zouden zich juist gesteund moeten voelen door de politiek. En precies dat missen zij nu het politieke debat verengt wordt tot de integratie van jongeren met een Islamitische achtergrond in Nederland. Dat is een keiharde klap in het gezicht.
Verstandige politici zouden de aandacht moeten verleggen naar het expliciet steun uitspreken vóór 100% Nederlanders met een Islamitische achtergrond in plaats van mee te deinen op de golven van intolerantie, polarisatie en demonisering die, door de opmars van populistisch nationalistische partijen, langzaam gemeengoed wordt in het binnen- en buitenlandse politieke discours.
Dán zouden we pas recht doen aan ‘onze normen en waarden’.