Jan D. Swart: Meesterzet met luchtje stadsverraad

20 April 2018, 16:03 uur
Columns
mainImage
Digitaal Dagblad
Afbeelding is niet meer beschikbaar

Ook toeval dat ik Femke Halsema van GroenLinks twee weken geleden nog een naar mens vond en geen haar beter dan destijds Paul Rosenmöller, die na het demoniseren van Pim Fortuyn met de staart tussen zijn benen de politiek ontvluchtte en vervolgens vanuit de staatsruif voor de IKON precies dezelfde landen bezocht waar onze parlementariërs van tijd tot tijd mededogen gingen staan suggereren als de camera draaide. Maar we zagen niet (en wisten wel) hoe ze zich daar vervolgens in zacht zoemende limousines met airco van party naar party lieten vervoeren waar schaapachtige zwarte obers hun buigend van een slok voorzagen.

Dat schreef ik.

Gisteren, twee weken later, schudde ik Rosenmöller vanuit fatsoen de hand omdat hij de zijne al had uitgestoken. Ik heet geen Kuzu.

In die handdruk zat twintig jaar geschiedenis. Ik herinnerde me weer feilloos hoe Pim Fortuyn mij in 1998 voor de Haagsche Courant vrij nauwkeurig had voorspeld wat een open democratische samenleving te wachten stond op het moment dat een harde cultuur een reis krijgt naar de onderklasse en niet integreert.

Weinigen kenden de Rotterdamse socioloog toen nog. Hij had de OV-studentenkaart ontwikkeld en schreef in Elsevier politiek economische zedenschetsen. Fortuyn was vóór een maatschappij zonder ambtenaren. Grappige kost. Totdat hij in het reuzenrad klom met een boek met de levensgevaarlijke ondertitel: de Nederlandse identiteit als fundament. Daarna rollebolden ze bij de VARA en Groen Links over hem heen.

De verdere tragiek van 6 mei 2002 kent u.

Raar hoor om ’s morgens met iemand te vergaderen die ’s middags wordt vermoord. Het was de tijd dat ik spindoctor was van Feyenoord. De club had voor Fortuyn als leider van het winnende Leefbaar een paar zakelijke vragen. De afspraak voor 6 mei stond al weken gepland.

Eenmaal aan tafel vroeg Fortuyn of Coen Moulijn af en toe nog wel eens meespeelde. Ogenschijnlijk leek hij dus goedgemutst. Hij was nog nooit in het stadion geweest maar herinnerde zich wel dat supporters vroeger in zijn tuintje aan de Randweg achter De Kuip na afloop van de thuiswedstrijden stonden te urineren. Vrolijk voegde hij eraan toe dat het niet de lelijkste supporters waren die met hun piemel uit hun broek in de richting van zijn raam hun water loosden.

De zakelijke agendapunten waren in een kwartier gepiept. Daarna luisterden Jorien van den Herik en ik naar een bange man die zich gedemoniseerd voelde en aan tafel even zijn ei kwijt moest. Vooral Paul Rosenmöller (Groen Links) moest het ontgelden.

6 mei 2002.

Een week eerder had Fortuyn gesoupeerd met monseigneur Tiny Muskens en hij zei hem te hebben uitgelegd dat Nederland niet meer bereid was voor een aantal kernwaarden zijn nek uit te steken. We hebben hier hard gewerkt voor een mooie cultuur, had hij gezegd, en die moet je kunnen beschermen en overdragen. Du moment dat je dat niet meer wilt of kan, word je het slachtoffer van culturen die veel harder zijn. Daar zit de kern, want wij durven daar niet meer voor op te komen. En waarom niet? Omdat wij dan meteen voor NSB’ers worden aangezien. En dat is te gek voor woorden. Eens te meer omdat heel veel mensen uit Turkije en Marokko wel met groot respect hun wortels handhaven.

Nooit vergeten woorden.
Van de vier afspraken heeft Fortuyn er die dag maar drie gehaald.

De VARA-proleet Marcel van Dam had in Nederland een atmosfeer gerealiseerd waarin Fortuyn een Untermensch was en Paul Rosenmöller (Groen Links) had hem bij de staatsomroep tot Rechtsextremist verketterd. Het inspireerde een schotgevaarlijke randdebiel.

Ik heb mijn hele leven last gehad het groene in mij te moeten delen met de wetenschap dat GroenLinks altijd hele merkwaardige kopstukken aan de leiding had. Ria Beckers was destijds hevig voor de vrijlating van de laatste twee oorlogsmisdadigers uit Breda. Topdomoor Tofik Dibi belazerde de kluit en gebruikte z’n wachtgeld om op z’n gemak een boek te schrijven. Mohammed Rabbea ontkende de duivelsverzen van Salman Rushdie en nu hebben we dan weer het met zichzelf ingenomen meisjesidool Klaver, aan wie ook een draadje los zit.

En hier in Rotterdam? Hier regeert bij GroenLinks een doorgewinterde politica, die altijd vriendelijk lacht, maar aan Leefbaar een bloedhekel heeft. Geen idee of zij Rosenmöller naar Rotterdam heeft gehaald of Klaver, maar het is wel een vorm van historisch stadsverraad.