Jan D.Swart: Er zijn bij het bouwen heilige grenzen, Bas

24 November 2020, 01:40 uur
Columns
mainImage

De functie van bouwwethouder is een hondenbaan. Dat zie ik aan Bas Kurvers, die het in Rotterdam werd op voorwaarde dat hij bereid was zich doof te heien.

De lokale VVD had in de gewonnen campagne records gebluft. Ik zag het gebeuren toen fractieleider Karremans in de lente van 2018 in de tuin van het stadhuis met een scheef hoofd recht tegenover zijn collega Judith Bokhove van GroenLinks in een soort dierlijke verleiding wijdbeens was gaan staan. Het was een bloedhete dag en ik nam de foto. Daar zijn in voetbalkleedkamers geweldige ordinaire grappen over gemaakt. Niveau: Gijp.

Wel met het gevolg dat ze daarna bij de liberalen een vitale jonge vent zochten zonder gezondheidsrisico’s, hoge bloeddrukken en suikerspiegels. Liefst ook een door de wol geverfde voetballer van laten we zeggen CVV of Smitshoek. Eentje met gevoel voor humor en eentje die dag en nacht wilde zoeken naar elk vrij plekje om vooral duur ogende huizen te bouwen, want ouwe troep hadden we genoeg. Vond ik ook. Nourdin El Ouali van Nida noemde dat het witwassen van de stad. Die had het door. Daarom heeft hij zijn partij ook landelijk gemaakt. 

Overal waar Bas Kurvers sinds zijn benoeming met z’n hijskraan verschijnt, staan ze klaar met een stengun. Dat is de pech van zo’n functie. Iedereen wil dat je bouwt, behalve als je iemands achtertuin nadert. Af en toe vergalt dat z’n humeur. Ik zie dat. Dan krijgt Bas de wind van voren omdat z’n ambtenaren dat foeilelijke communistische flat op het Hofplein willen slopen.   

Niemand buiten de politiek die door heeft dat op er dat moment een goocheme projectontwikkelaar zit te douwen. Die wil er een tiet met geld mee verdienen. Snapt Bas ook wel. Maar die ziet, net als ik, dat geestdodende flat en denkt: geen ponem. Met dit verschil: ik liet er ter vervanging een toren bouwen die drie keer zo hoog werd en dan gaf ik de huidige bewoners hun vierkante meters op dezelfde plek voor hetzelfde huurtje terug met hun dood als einddatum. En dat is een kwestie van de bouwbranche overrulen. Dat moet je willen, dat moet je durven, dat moet je eisen. En ik geef je op een briefje, bij akkoord vreten ze nog steeds maar wat graag uit je hand.

Ik zei: een hondenbaan. Dat is het ook. Je offert vier jaar van je leven op om daarna ergens burgemeester te worden. Dat is de prijs. Ondertussen vier jaar bonje. Zelfs met collega-wethouders van GroenLinks als toevallig je oog óók gevallen is op nog een klein vrij veldje met madeliefjes. Daarna moet Karremans opnieuw wijdbeens gaan staan.

Geen baan zo onderhevig aan stress, trucs, Woonbronritselaars, kleine hongerige Facebookarchitecten, vergunningen, procedures, geluidshoofdpijntjes, parkeerbalansen en bestemmingsplannen als dat van Bas. Zelfs bij de keuze van zijn dagpresentatie is lid 12.2 van de dresscode van toepassing. Blauw kostuum, rode das. Een heel enkele keer verschijnt hij in strakke jeans en op gympen en is hij weer helemaal die briljante voetballer uit een legendarische CVV-familie en loopt bij Lies Roest gezond het water uit haar mond.

En toch is het een hondenbaan. Ik zal nooit de dag vergeten dat hij als beginnend wethouder onschuldig werd meegezogen in het lekdrama van zijn geroutineerde onroerendgoedcollega Adriaan Visser. Dat ging over te iets veel uitgegeven geld aan het Schiekadeblok. Een ouwe miljoenenzaak. Toen het speelde, jongleerde Kurvers nog onbezonnen bij CVV in A1. Maar hij was er in 2019 wel ineens verantwoordelijk voor op basis van een ouwe bezopen wetsregel, die we trouwens een keer moeten schrappen. Daar hebben we er meer van.

Afijn, het gebeurde allemaal in het weekend op het moment dat Bas eindelijk een keertje thuis Monopoly met z’n vrouw en kinderen speelde. Hij wist van de affaire af, maar dacht: morgen is het maandag. Zou ik ook hebben gedacht als ik op zondag naast de Coolsingel, de Blaak en het Hofplein ook de Kalverstraat al in mijn bezit had. Nou, Eerdmans van Leefbaar knoopte hem luidruchtig op twee dagen later. Dat is diezelfde Eerdmans, die nu van de aardbodem is verdwenen en net doet alsof ik niet kan appen.

Maar wat ik wilde zeggen is dit. Ik kan heel erg goed leven met een in Rotterdam geboren bouwwethouder die z’n eigen stad vooral mooier en attractiever wil maken. Ga door, Bas. Maar laat je niet gek maken door die gasten die niet in Rotterdam geboren zijn. Er is namelijk een heilige grens. Je jaagt de echte Rotterdammer niet weg van het Ouwe en Nieuwe kamp in Hoek van Holland en je bouwt geen nieuw stadion voor supporters die De Kuip gerenoveerd willen zien.