Laat de Kaap zoals hij nu is

24 April 2019, 15:06 uur
Columns
mainImage

Een stad is soms net een levend organisme waar we minder vat op hebben dan we zouden willen.  Zonder dat je het wilt ontstaan goede en slechte plekken en in sommige straten is het minder leuk toeven dan in andere.

Eén van die minder leuke straten was in mijn tijd de Witte de Withstraat: obscure barretjes, louche eettentjes en illegale gokholen.  Maar zie, geleidelijk veranderde dat straatbeeld en nu is die straat een heel gezellige en gemoedelijke uitgaansplek geworden.

En wie had ooit gedacht dat die ooit zo saaie Meent met haar jaren vijftig flatjes bijna net zo bruisend zou worden als de Witte de Withstraat?

Dit soort plekken moet het gemeentebestuur koesteren. Ze verhogen de veiligheid en het welzijn van de Rotterdammers.

Een andere op bijna organische wijze ontstaande plek is de Fenix Food Factory op Katendrecht. Even de Hoerenloper over en je bent ‘r. Leuke horeca, mooi terras, de beste bierzaak van onze stad, verse voedsel winkels, kortom een bruisend nieuw ontwikkeld uitgaanscentrum, dat de Kaap nog aantrekkelijker maakt.

Toch is het tijdelijk want de stichting Droom en Daad wil daadwerkelijk een museum op dit terrein vestigen.  Een museum ter herdenking aan de landverhuizers, die in het verleden daar vlakbij vertrokken.

Ooit stond in het oude bibliotheek gebouw aan de Nieuwmarkt het Onderwijsmuseum! Om het in te richten werd het schitterende gebouw in de handen van een rücksichtslose architect gelegd. De schitterende lees- en studiezalen, waar duizenden Rotterdammers ooit wijsheid hadden opgedaan werden zonder pardon gesloopt en de schitterende lambrisering werd met de oude boekenkasten bij het grofvuil gezet.

Het hele museum was mij een doorn in het oog. Als onderwijsgevende mocht ik gratis naar binnen en negen van de tien keer was ik de enige bezoeker van het best wel aardige museum. Het voltallige personeel deed haar uiterste best om meer bezoekers te trekken, maar de meeste pogingen faalden. Uit onderzoek bleek dat er doodgewoon geen behoefte aan zo’n museum was. Een uit de hand gelopen hobby van een paar hotemetoten op het stadhuis.  Gelukkig bleek Dordrecht bereid het museum voort te zetten, zodat deze verlieslijdende post van de gemeentelijke begroting kon worden geschrapt.

Nu dreigt hetzelfde te gaan gebeuren met de Food Factory op Zuid.

Wie zit te in hemelsnaam te wachten op een landverhuizers museum? Met mijn Rotterdampas heb ik al een scala van mogelijkheden en ik mis zo’n museum dus helemaal niet.  Zouden Amerikanen naar dit museum gaan? Ze komen één dag met het cruiseschip aan de Wilhelminakade en dan kiezen ze voor een museum? Natuurlijk niet, ze kiezen voor één van de Hollandse steden, Kinderdijk of het centrum van onze stad.

En wil je toch kennis over de landverhuizers opdoen? Ga naar het internet en je vindt plenty informatie o.a. bij het instituut voor sociale geschiedenis.

Soms komt de stad helemaal uit zichzelf met een cadeautje voor haar inwoners. De Fenix Food Factory is zo’n cadeau en ik heb argumenten genoeg om te veronderstellen dat een landverhuizers museum dat niet zal zijn; zeker niet op die plek.

Rotterdamse politiek. Even stoppen met aan jezelf denken en elkaar vliegen afvangen. Sla de handen nu ineen.

Laat de Kaap zoals hij nu is!