De concubine, zo heette het toneelstuk dat een zekere 'Totok' had geschreven. Geen pseudoniem dat vertrouwen wekt, als het over zogeheten Indische toestanden handelt.
Een drama was het zeker.
De kranten en tijdschriften sprongen er meteen vol kritiek op, en dat had niets met het concubinaat van doen. Eerst het toneelstuk zelf.
In De Haagsche vrouwenkroniek las ik een recensie van Jacqueline Reyneke van Stuwe. Ze vermoedde wie de vrouw achter het pseudoniem was: mevrouw Elisabeth Overduyn-Heiligers, de schrijfster van vele Indische romans. Over de concubine schreef ze:
“de Chineesche huishoudster van den controleur Haersma, vrij passief; zij laat met zich doen, en treedt zelf weinig handelend op, maar er is zooveel weemoed aan dit arme slachtoffer van Europeeschen willekeur, haar doodsangst, haar verdriet en wanhoop zijn zoo goed weergegeven, dat men, deze aanschouwend, meermalen een brok voelt opkomen in de keel.”
Dit is Inah. Haar naam lees ik weer in Het Leven, een tijdschrift dat ook foto's plaatste. De dan beroemde actrice Annie van Ees speelt Inah. De bijschriften van die foto's vertellen haar verhaal: in Atjeh door haar vader verkocht. Het tijdschrift meldt er ter geruststelling bij dat vrouwen als Inah gewoon konden weggaan. Waarheen, is me onduidelijk. Zeker naar huis, om nog een keer verkocht te worden. Ja, het is wel 1918, maar informele vrouwenhandel bestaat nog steeds.
Misschien wilde de Indische mevrouw Overduyn dat even fijntjes onder de aandacht brengen, juist omdat nu Nederlandse vrouwen stemrecht kregen. Pro memorie: 1917 passief kiesrecht (gekozen worden) en in 1919 actief kiesrecht (zelf stemmen).
Nu het KNIL-effect. Dat is er natuurlijk al in de locatie van de buitenpost. Daar is de kapitein de Roeve gestationeerd met zijn vrouw. Een ongelukkig huwelijk is het.
De controleur Van Haersma blijkt verliefd op mevrouw De Roeve en hij vraagt haar om te scheiden en met hem te trouwen. Hij belooft haar om Inah weg te sturen (wel de moeder van zijn dochter).
Mevrouw de Roeve wenst niet te scheiden, ook vanwege de twee kinderen die ze heeft.
Van Haersma aanvaardt dat.
Hij stuurt Inah weg.
Juist de aanvaarding maakt de kapitein de Roeve woedend. (wat op zich lief is, omdat hij zijn vrouw dus niet zomaar iemand vindt)
Vervolgens eist de kapitein genoegdoening voor de belediging van het zomaar-aanvaarden: hij en de controleur gaan dobbelen, wie verliest, moet zich doodschieten.
Dat is de controleur Van Haersma.
En dan blijkt Inah terug te zijn, gezien de mislukte huwelijksplannen was er weer ruimte. Ze vraagt of ze voor altijd bij hem mag blijven.
Van Haersma zegt ja, wetend hoe kort het zal zijn, want: verplichting zichzelf dood te schieten.
Het is bepaald een toneelstuk dat ik graag had gezien. De kapitein is wat overgevoelig waar het zijn eer als echtgenoot betreft, maar anderzijds verstandig. In legerkringen is voor officieren het duel verboden, dus zo vermijdt hij schade aan zijn carrière.
Van Haersma is ofwel dom ofwel een schoft, wat eigenlijk best samen gaat. Dat dobbelen en doodschieten is tot daaraan toe, maar had dan om de moeder van je dochter gedacht en haar getrouwd. Met een weduwepensioen staat ze wat sterker in het leven.
Frappant is dat juist in deze tijd het kazerneconcubinaat in fasen wordt afgeschaft. Het was niet meer te combineren met het zelfbeeld van Nederland als christelijke natie. Dus dat was er ook, op de achtergrond.
Geliefde actrice
Het publiek had kennis van de kwesties vrouwenkiesrecht en kazerneconcubinaat. De kranten publiceerden er voldoende over. Zo was dus die tijd, waarin 'de concubine', Inah dus, tot het publiek moest spreken. Annie van Ees was in Nederland wereldberoemd; voor haar kwamen ook veel mensen. En als je dan een geliefde actrice zo ziet lijden...
Hier ging het mevrouw Overduyn vermoedelijk om. Dat meeleven opwekken. Besef doen ontwaken hoe machteloos sommige vrouwen overzee waren.
https://www.indischeschriijfschool.nl