‘Met de blik op rood gevaar en batterijen in de radio’

2 May 2025, 09:44 uur
Columns
mainImage

De ouderen onder ons herinneren zich vast nog wel dat vergeelde kartonnen kaartje, vastgeprikt in de meterkast in het ouderlijk huis? “Als de bom valt: ramen dicht, radio op 675 kHz, emmertje water klaarzetten.” Een soort huishoud­evangelie, afkomstig uit de brochure ‘Wenken voor de bescherming van uw gezin en uzelf ‘, 1961 van de Bescherming Bevolking (BB), Dienst Minister van Binnenlandse Zaken. Dit was een organisatie die in 1952 was opgericht om burgers in oorlogstijd te beschermen. Mijn moeder hing er een pen aan een draadje bij – zodat je meteen ook kon afvinken of de kat al binnen was. ​

Toen wisten we precies wie wat deed als de sirene ging. Mijn vader, opgeroepen voor de Bescherming Bevolking, sprong in zijn donkerblauwe overall met dat plastic helmpje en een pieper die vaker afging dan de deurbel. Alle jonge kerels (het woord genderneutraal kenden we nog niet) waren inzetbaar: dienstplicht, noodwachtplicht of vrijwilliger, het maakte niet uit, je stond paraat met brandspuit, brancard of een handvol EHBO-pleisters. In 1956 telde de BB meer dan 160.000 vrijwilligers; eigenlijk had half Nederland een pieper avant la lettre. ​

Schuilen konden we ook. Niet alleen in dat vochtige keldertje onder de flat, maar in heuse bunkers in het Vroesenpark of onder het viaduct. In Rotterdam lagen de tekeningen voor zeventien openbare schuil­ruimten al klaar, beton, stalen deuren, bankjes tegen de muur. Plus de luxe versie: een bierkrat met deksel, prima stoel én geïmproviseerde wc in één.

En dan die uitkijktorens! Betonpalen met een klein pannendakje erop, de Luchtwachttorens. Vrijwilligers stonden daar met verrekijker, telefoon en thermosfles om Russische Tu-95’s te spotten. Geen satelliet, geen radar, gewoon je ogen en een dik notitie­boek. Eén keer was er een schijnbaar alarm: bleek een zwerm spreeuwen. Ach ja, vogeltje kijken werd ineens staatsbelang.

We waren kortom tot de tanden voorbereid op het rode gevaar. Omdat iedereen meedeed, voelde het bijna gezellig. Oefeningen op zaterdag: straat afzetten, brandje blussen in een oliedrum, broodjes met blik knakworst en een glas Exota erachteraan. De kinderen speelden “BB-tje” met sinaasappel­kistjes als draagbaar. Angst werd routine, en routine geeft rust.

Fast forward naar 2025. De BB bestaat allang niet meer, de schuilkelders zijn muziekstudio of wijnkelder geworden, en we vertrouwen op wifi-alerts en streaming radio. Maar u en ik weten: bij een cyber hack, een EMP (Elektromagnetische puls) of gewoon een ouderwetse klap zit je met een dode telefoon én een lege koelkast. Eén massale stroom­storing legde Spanje en Portugal recent urenlang plat, zonder rook noch vlam, wel chaos. En als straks de wifi wegvalt, is die mooie gemeentelijke crisis­website net zo nuttig als een papieren parapluutje.

Kijk eens naar Zweden of Finland: daar krijgt elk huishouden nog steeds een brochure “Om krisen eller kriget kommer” (“Als er een crisis of oorlog uitbreekt”), met een checklijst met tips voor een mini moestuintje, warme kleding, kaarsen of waxinelichtjes en een batterijen transistorradio of een opwindradio. Klaar is Kees.

Precies daarom lanceert de ouderenpartij JOU het initiatief “Rotterdam in nood, radio actief!”. Terug naar die simpele logica van vroeger:

·        Sirene betekent voortaan stem af op Radio Rijnmond, op 93.4 FM, óók als de router sterft.

·        Een nieuwe burgerbetrokkenheid – noem het BB 2.0 – met buurtploegen die weten waar het dichtstbijzijnde noodvat water staat.

·        Oefeningen die net zo gezellig zijn als vroeger, maar wél modern: EHBO naast powerbank-pedalen.

Dus, Rotterdammers: stof die oude transistorradio af, plak een vers kartonnetje in de meterkast (ja, met lege vakjes om af te vinken) en leer de buurman weer bij naam kennen. Oefen een keer in de straat hoe je meneer De Vries op de vierde etage naar buiten krijgt als de lift uitstaat. Eén stad, één frequentie, en een beetje ouderwetse Hollandse nuchterheid – daarmee houden we de boel draaiend, zelfs als het licht uitgaat.

En vergeet die pen niet in de meterkast. Voor de kat.