Uit de commissie Energietransitie Duurzaamheid Economie & Mobiliteit van woensdag 16 januari: ”We zouden de ondernemers in het MAHO-gebied zó graag willen helpen tegen excessieve huurverhogingen van pandeigenaren, maar we hebben het recht niet aan onze zijde.’’
Ik heb het in het debat ‘huilie huilie’ genoemd. Niet omdat ik vind dat die ondernemers niet geholpen moeten worden, dat vind ik zeker. Sterker nog, het is ontoelaatbaar dat de excessieve huurverhogingen en de schandalige manier van (non)communicatie van pandeigenaren onze lokale ondernemers (met veelal eenmanszaken) de winkelstraten van onze stad uit jaagt. Zo wordt de eenheidsworst ook nietsontziend uitgerold in onze stad.
Maar er liggen vele diepere oorzaken ten grondslag aan de mogelijkheden die pandeigenaren hebben om met prijsstijgingen en verandering van voorwaarden de kleine ondernemers weg te jagen en uiteindelijk samen te gaan werken met ‘de grote jongens’.
Om te beginnen ons eigen consumentengedrag. Ik verwijt niemand daarin iets, zo is ons kapitalistische systeem nu eenmaal verworden: we consumeren teveel en tegen een te lage prijs. Wijkwinkels kunnen dan niet overleven, zeker niet als we ook nog eens massaal op internet gaan kopen. Een kind kan begrijpen dat in een dergelijk klimaat geen ruimte is voor een bakker, groenteboer en boekwinkel.
Voorts hebben we, onder het mom van een open en vrije markt, de afgelopen decennia alle deuren wagenwijd opengezet voor bijvoorbeeld die enge buitenlandse investeerders die zich nu ook op ons Rotterdamse vastgoed storten. Dat recht dat niet aan onze zijde is, zijn de neo-liberale wetten die wij zelf hebben gemaakt.
En de vrees is dat we daar de komende weken nog een schep bovenop doen: het initiatiefvoorstel over verdere verruiming van de winkeltijden. Overal in Rotterdam moeten álle winkels ook op zondag de hele dag open kunnen. Dat klinkt in eerste instantie misschien allemaal heel vrij, liberaal en prettig voor onze ondernemers, maar in feite is het een volgende stap in het proces van het om zeep helpen van een eigen, karakteristieke en unieke lokale economie.
Er zijn al voorbeelden dat kleine ondernemers worden gedwongen of verplicht open te zijn op alle tijden dat men open mag zijn. We trekken de strop dus nog wat strakker aan om de nek van die hardwerkende kleine lokale ondernemers.
Laten we dit onderliggende probleem onder ogen zien, de verbindingen tussen dat paradoxale beleid kennen, voordat het te laat is en we in het centrum slechts eenheidsworst overhouden en lege, eenzijdige wijkwinkelstraten.
We moeten het probleem bij de wortel aanpakken. We kunnen dit in Rotterdam niet alleen veranderen, daar hebben we landelijke en Europese wetgeving bij nodig. Maar het begint wel bij ons allemaal individueel en dús ook bij ons politici: geen loze beloften aan insprekers bij de commissie, dat is onversneden populisme.
Dus als we die arme lokale ondernemers écht willen helpen, moeten we bij ons zelf beginnen: koop je brood bij de bakker, je groenten bij de groenteman, je boeken bij de boekwinkel. Kleine ondernemers help je niet door ze de 24-uurs economie door de strot te duwen. Kleine ondernemers help je door regeldruk te verminderen. Je helpt ze door ze te ondersteunen in het schoon, heel en veilig houden van de winkelstraat.
Misschien zal het een gevecht zijn tussen David en Goliath, maar we weten ook allemaal wie er toen won.
Och die arme lokale ondernemers toch
17 January 2019, 23:18 uur
Columns