Toen ik nog op de lagere school zat, had ik twee bijnamen: Brillenjood en Zwarte.
De eerste bijnaam werd gebruikt als ik iets deed dat niet in de haak was, zoals belletjetrekken of tegen een muur plassen. De andere naam als men iets goeds met me voorhad, zoals een kusje bij het spelletje 'Joepie, Joepie is gekomen, heeft mijn meisje weggehaald.'
”Hé Zwarte, eerst je brilletje af voor ik je een zoen geef”, hoorde ik dan glimlachend zeggen.
De redenen van die bijnamen lagen voor de hand: Ik droeg een bril en ik was de enige in mijn klas met zwart haar. Mijn moeder werd in haar familie ook Zwarte genoemd om exact dezelfde reden. Zij was de enige in de familie met schitterend zwart haar.
Toen ik voor de klas stond in de buurt waar ik voor een groot deel ben opgegroeid – Delfshaven-Tussendijken - kreeg ik in 1976 voor het eerst een donkere jongen in de klas, die opvallend genoeg Tsjerk van Leewaerde heette. We konden toen in de klas, samen met Tsjerk, nog hartelijk lachen om zijn 100% Friese naam die absoluut niet aan hem af te zien was.
Op de HBS was ik allang niet meer de enige jongen met zwart haar en op de school waar ik later les gaf kregen langzaam maar zeker de kinderen met een niet Nederlandse achtergrond de meerderheid. Overigens voor mijn school een reden om de klassenfoto pas na de kerstvakantie te laten maken. We hadden namelijk gemerkt dat sommige Nederlandse ouders hun kinderen naar een andere school stuurden na het zien van die foto.*
“De tijden veranderen”, zong Bob Dylan en die veranderingen, die door de één als positief worden ervaren en door de ander als negatief, zijn zichtbaar in de klas, op straat, in de statistieken en in het elftal van Feyenoord. Degenen die de verandering als positief ervaren hebben bij de media, op de leerinstellingen en in de politiek de absolute meerderheid. Ze voelen zich heel deugend en ventileren hun deugdzaamheid graag bij iedere gelegenheid die zich voordoet. Ze hebben ervoor gezorgd dat iedere negatieve ervaring met 'nieuwe Nederlanders' vooraf gegaan moet worden met de zin :”Ik wil niet discrimineren, maar….”
Het vingertje
De mensen die de verandering van de samenstelling van onze bevolking niet waarderen, wijzen vaak op de hoge cijfers in de slechte statistieken zoals die van criminaliteit en de introductie van niet-Nederlandse gebruiken, zoals het ongelijk behandelen van vrouwen en mannen. Ze kijken wel goed uit met het delen van een negatieve ervaring, want de woke-gedachtenpolitie is altijd en overal aanwezig. Het geheven vingertje is het minste dat je kan overkomen.
Dat vingertje is volgens het merendeel van de Tweede Kamer niet voldoende voor omroep Ongehoord Nederland (Mijn vrouw Nel en ik zijn lid). Die kan haar zendtijd inleveren als het aan woke-kamerleden ligt; de Grondwet moet voor O.N. buiten werking worden gesteld. De extreme maatregel wordt aanbevolen, omdat ze Filip de Winter - gekozen Belgisch parlementariër – in hun uitzending het woord “omvolking” ongestraft lieten gebruiken. Hij deed dit om het verschijnsel van de veranderende bevolkingssamenstelling te beschrijven. Gelukkig kent staatssecretaris Gunay Uslu (VVD) - waar ze hun klacht neerlegden - de Grondwet wel: ze negeert de woke-verzameling in ons parlement.
Woke-charchering
De wokies zijn zo boos omdat “omvolking” een Duitse naziterm zou zijn voor bewust herinrichten van de populatie in een bepaald gebied. Dat gebeurde met bijna ondenkbaar gruwelijk geweld en deportaties.
De veranderingen in de samenstelling van de bevolking in onze samenleving komen voornamelijk door bewuste en gewenste emigratie naar ons land en de lakse houding van de overheid. De vergelijking gaat dus absoluut mank en is een bewuste woke-chargering om andersdenkenden zwart te maken.
Kinderbijslag en Moederdag zijn ook Duitse uitvindingen om meer soldaten te kweken, zodat hun manier van 'omvolking' mogelijk was.
Pas dus in de toekomst maar op met het noemen van Moederdag of kinderbijslag. Voor je het weet, word je voor nazi uitgescholden en wordt voorgesteld om je de grondwettelijke vrijheden te ontnemen.
*De PvdA wethouder Kriens woonde op steenworp afstand van onze openbare school, maar deed haar kinderen op de (witte) Roomse school veel verder weg.