Geen enkel medium heeft er aandacht aan besteed. Begrijpelijk, want het was vakantie en dan moet je als voetbalverslaggever even bijkomen van alweer een jaar heel hard werken. Maar ook jammer, want daardoor is het ons ontgaan dat het afgelopen juli exact zeventig jaar geleden was dat het betaald voetbal in Nederland startte. Op 26 juli 1953, om precies te zijn.
Nee, dat was niet het moment dat de op 20 december 1953 opgerichte ‘wilde’ NBVB (Nederlandse Beroeps Voetbal Bond) werd geconfisqueerd door de conservatieve KNVB en het profvoetbal eindelijk officieel begon. Dat gebeurde pas op donderdag 25 november 1954 om 22.48 uur toen in Den Haag op het Bondsbureau aan de Verlengde Tolweg 6 de overeenkomst tussen beide bonden werd getekend.
Eerder dat jaar, in september, was er al wel een betaalde competitie begonnen van tien illegaal voetballende clubs. Ik heb de programmaboekjes nog, mijn vader was basisspeler bij Profclub Den Haag ’54. Hij moest zich als middenvelder een stinkasem lopen voor Mick Clavan, linksbinnen, en Bertus de Harder, linksbuiten. Die twee mooiweervoetballers kwamen namelijk nooit op hun eigen helft, want ze verdomden het om met hun tegenstanders mee te lopen wanneer die de tegenaanval zochten. Profclub Den Haag ’54 dus, dat de eerste betaalde degens op het malse nazomergras van 1954 kruiste met Alkmaar, Venlo, Fortuna ’54, Twentse Profs, De Graafschap, Amsterdam, Rapid ’54, Rotterdam (met Wim Landman onder de lat en Franz Fuchs als oefenmeester) en Utrecht. Maar ook dat – elf competitieronden lang – was niet het begin van het profvoetbal in ons land.
Evenmin wordt de zogenaamde Bedstee Conferentie van 29 juni 1954 gezien als de start van ons betaald voetbal. Lees ‘Jol, Berg, Haak en Holland Sport’, het zeer goed gedocumenteerde boek van Jan-Hermen de Bruijn, waarin alles minutieus uit de doeken wordt gedaan. In die ontwikkelingsfase van het profvoetbal waren hoofdrollen weggelegd voor twee van de meest tot de verbeelding sprekende voorzitters uit de vaderlandse voetbalgeschiedenis: Cor Kieboom van Feyenoord en Toon Martens van ADO. Samen met collega’s Henk Zon van Excelsior, Jos Coler van Sparta, Feyenoords legendarische administrateur Phida Wolff en Excelsior-secretaris Aad Libregts spraken ze in het diepste geheim met afgevaardigden van het KNVB-bestuur: voorzitter Hans Hopster en secretaris-penningmeester Lo Brunt. Wolff bedacht de naam Bedstee Conferentie omdat die in het Utrechtse hotel Terminus plaatsvond, waar uit een gewone slaapkamer de bedden werden verwijderd en vervangen door een vergadertafel met acht stoelen.
Dan was er nog de Watersnoodwedstrijd van 12 maart 1953, met in het buitenland voetballende Nederlandse professionals Frans de Munck, Gerrit Vreken, Rinus Schaap, Cor van der Hart, Joop de Kubber, Arie de Vroet, Bram Appel, Kees Rijvers, Jan van Geen, Theo Timmermans en Bertus de Harder, en als trainer Edmond Delfour. Maar ook dit duel was niet de start van het profvoetbal in Nederland, want het werd gespeeld in Parijs.
Maar ruim vier maanden later, op 26 juli 1953, was het wel zover. Het idee kwam van Rotterdammer Bram Appel die, samen met Hagenaar Theo Timmermans, ook al de Watersnoodwedstrijd had geïnitieerd. Het werd een demonstratiewedstrijd van 2 x 35 minuten op Sportpark Duinhorst aan de Buurtweg in Wassenaar, privébezit van de niet-onbemiddelde zakenman Herbert Jochems. Het was de enige plek in Nederland waar mocht worden geprofvoetbald. De KNVB had elke andere club, op straffe van verwijdering uit alle competities, verboden hun veld ter beschikking te stellen voor het evenement.
De historische confrontatie trok 5.500 betalende belangstellenden. De teams hadden namen die verwezen naar de kleur van hun uitmonstering: Wit tegen Blauw. De uitslag, hoe kan het anders bij een demonstratiepartij, was 5-5. Onder de voetballers bevonden zich grote namen zoals Bertus en Karel de Harder, Cor van der Hart, Joop de Kubber, Jan Holleman, Bart Carlier, Faas Wilkes, Kees Rijvers en Bram Appel zelf natuurlijk.
Van die speciale zondag is een unieke groepsfoto bewaard gebleven, in bezit van auteur Jan-Hermen de Bruijn. Staand zesde van links Faas Wilkes, die – eens een gentleman, altijd een gentleman – ondanks de hitte die dag, de knoopjes van zijn shirt tot bovenaan had dichtgemaakt. Organisator Bram Appel staat trots in het midden met de handen in de zij. Voor hem nemen we zeventig jaar na dato alsnog bij wijze van dank en bewondering onze hoed af.